Regieverpleegkundige Astrid: ‘Positiviteit is waar ik voor sta'
Astrid is regieverpleegkundige op de dagbehandeling. Ze startte haar loopbaan in het Deventer Ziekenhuis op de Dialyse, deed een uitstap naar verpleegafdeling B2 en werkt nu sinds een aantal jaar op de Dagbehandeling. ‘Positiviteit is waar ik voor sta. Ik wil het de patiënt zo aangenaam mogelijk maken. Dat is ook de kracht van de Dagbehandeling. Een hotel-beleving bieden: ze moeten zich op-en-top op hun gemak voelen.’
'De zorg aan bed staat altijd voorop'
Astrid: ‘Ik wilde heel graag met mensen werken, daar kwam ik al snel achter. Na de HAVO koos ik voor de studie HBO-V, een bredere opleiding waar ik ook les kreeg in gehandicaptenzorg, thuiszorg, GGZ en het ziekenhuis. Toen ik mijn diploma behaalde in 1993 was er geen werk te vinden. Mijn handgeschreven brief kreeg ik weer teruggestuurd.’ Uiteindelijk heeft Astrid meerdere banen gehad, de oudere psychiatrie, sociaal werk in een verblijfhuis en in de gehandicaptenzorg. Toch bleef het idee om te werken in het ziekenhuis haar trekken. Toen er een opleidingsplek voor dialyseverpleegkundige vrij kwam, greep ze haar kans. Ze werd teamleider en werd vervolgens tien jaar lang leidinggevende van de dialyse-afdeling.’
Sprong in het diepe
Astrid zat op een later moment in haar carrière niet meer op haar plek als leidinggevende. ’Na veel gesprekken met de afdeling HR, kreeg ik volop de ruimte om uit te zoeken wat bij mij paste. Er werd goed voor mij gezorgd, dit heb ik als heel positief ervaren. Conclusie: ik wilde graag in het ziekenhuis blijven werken, dit keer in de kliniek. Dus er volgde een herintreding op verpleegafdeling B2 (neurologie/longgeneeskunde/geriatrie). Vervolgens startte ik een regietraject en werd ik één dag in de maand uit gepland voor een regiedag. Na jarenlang regelmatig werken, kon ik niet goed wennen aan de onregelmatigheid, dus koos ik voor een switch naar de Dagbehandeling. Beide keuzes waren niet eenvoudig. En beide keren nam ik een sprong in het diepe, want ik had het zo goed. En wat krijg je er voor terug? Maar ik ben nog altijd blij met de keuzes die ik heb gemaakt.’
We doen het samen
In coronatijd is Astrid tijdelijk teruggekeerd naar B2 (waar destijds in het cohort werd gewerkt) omdat ze ervaring met longpatiënten had. ‘In mijn eerste dienst op het cohort zijn er zes patiënten overleden in mijn dienst. Ik zag de angst in de ogen van de patiënt. Het was een ontzettend enge periode. We stonden er gelukkig wel met elkaar, samen. En deze periode heeft ons als verpleegkundige ook wel veel gebracht. Zo zijn er minder eilandjes binnen de verschillende verpleegafdelingen omdat we veel met elkaar hebben samengewerkt.’
“Dat is het mooie van de zorg: je staat er nooit alleen voor.”
– Astrid
Tijd voor een praatje
De Dagbehandeling is de snelst groeiende afdeling van het ziekenhuis. Hier komen onder andere oogheelkunde-, OK- en infuuspatiënten. Als regieverpleegkundige is Astrid bezig om verandering te brengen in de zorgprocessen. Astrid: ‘Ik vind het leuk om mee te denken hoe we bijvoorbeeld efficiënter kunnen gaan werken. Door mijn werkervaring als leidinggevende ken ik ook de andere kant. Dus ik weet dat processen soms niet zo makkelijk gaan, dus is er ook meer begrip.
Verder haal ik plezier uit mijn werk door het contact met de patiënt. Op de Dagbehandeling is er gelukkig ook tijd om een praatje met hen te maken. De zorg aan bed staat altijd voorop. Dus tijd en aandacht voor de patiënt, daarvoor ben ik de zorg in gegaan. Ook voor mij komen er nu weer nieuwe dingen op mijn pad. Maar als ik iets niet weet, dan vraag ik het aan mijn collega’s. Dat is het mooie van de zorg: je staat er nooit alleen voor.’
Verhalen van verpleegkundigen
We zijn ontzettend trots op alle verpleegkundigen die dag in dag uit hard werken om de beste patiëntenzorg te leveren! Deze trots willen we graag zo breed mogelijk delen. In de verhalen staan we stil bij een diversiteit van verpleegkundigen binnen ons ziekenhuis en hoe iedereen het verpleegkundig vak op zijn of haar manier uitoefent. Het beste kunnen we dit doen door henzelf aan het woord te laten. Centrale vraag in elk verhaal: ‘Waar sta jij voor als verpleegkundige? Wat vind jij de schoonheid van je vak?’