Wat doet een internist?
Een internist is een medisch specialist, die vooral volwassenen behandelt. Het specialisme heet interne geneeskunde of inwendige geneeskunde. De internist houdt zich bezig met het voorkomen, diagnosticeren (= herkennen en benoemen) en behandelen van ziekten van de inwendige organen.
Een internist is een medisch specialist, die vooral volwassenen behandelt. Het specialisme heet interne geneeskunde of inwendige geneeskunde. De internist houdt zich bezig met het voorkomen, diagnosticeren (= herkennen en benoemen) en behandelen van ziekten van de inwendige organen.
Breed vakgebied
De ziekten omvatten nierziekten, allergische aandoeningen, bloedziekten, infectieziekten, maag-, darm- en leverziekten, stofwisselingsstoornissen, kanker, ziekten die met hormonen te maken hebben etc. Juist omdat het vakgebied zo breed is, hebben veel internisten zich gespecialiseerd in bepaalde aandoeningen. Internisten noemen zich daarom ook wel allergoloog, bloedtransfusiegeneeskundige, endocrinoloog, farmacoloog, hematoloog, immunoloog, infectioloog, intensivist, nefroloog, oncoloog, ouderengeneeskundige of vasculair geneeskundige.
Basis blijft echter de holistische benadering van de patiënt. Internisten werken altijd in teamverband binnen de muren van een ziekenhuis. Binnen het team onderscheidt men zich onderling d.m.v. specifieke belangstelling voor een of meer van de deelgebieden van de interne geneeskunde. De opleiding Interne Geneeskunde duurt na het basisartsexamen 6 jaar: 4 - 4 ½ jaar algemene interne geneeskunde, 1½ -2 jaar speciële opleiding b.v. het aandachtsgebied.
Werkwijze en diagnostiek
Het stellen van een diagnose bij klachten is vaak een hele puzzel. Hierbij vormen het verhaal van de patiënt en het lichamelijk onderzoek de belangrijkste aanknopingspunten. Soms zijn ook meer ingewikkelde onderzoeken nodig om achter de oorzaak van de klachten van de patiënt te komen. Bloed- en urineonderzoek zijn een belangrijk hulpmiddel om de diagnose te stellen. Bij verdenking op een aandoening van de buikorganen wordt bijvoorbeeld een echo gemaakt en bij het vermoeden van een longaandoening een röntgenfoto van de borstkas. In de behandeling van ziekten kan de internist medicijnen of leefstijlveranderingen adviseren.
Een internist opereert nooit, maar kan dat wel adviseren. De Interne geneeskunde wordt een ‘beschouwend’ specialisme genoemd. Als er een operatie nodig is, verwijst de internist de patiënt naar bijvoorbeeld een chirurg. Chirurgie of Heelkunde heet ‘snijdend’ specialisme. Bij de preventie (het voorkomen) van ziekten heeft de internist een voorlichtende taak en hij/zij kan daarbij medicijnen voorschrijven. Dit wordt gedaan in de wetenschap dat een vastgesteld gezondheidsprobleem kan leiden tot de ontwikkeling van nieuwe aandoeningen.
Internisten zijn vaak belast met de coördinatie en afstemming van zorg rondom een zieke waar verschillende specialisten bij betrokken zijn. Denk dan bijvoorbeeld aan de zorg rondom een operatie, in het behandeltraject van kanker of bij patiënten, die voor meerdere (chronische) ziekten behandeld worden met een veelheid aan medicijnen.
De oorsprong van de interne geneeskunde is te vinden in de 19e eeuw. Hiermee werd het vakgebied aangeduid van artsen die laboratoriumwetenschap combineerden met patiëntenzorg. Nog steeds zijn veel internisten dan ook betrokken bij wetenschappelijk onderzoek naar de achtergronden en de gevolgen van ziekten en therapieën.