‘Samen werken we aan het herstel patiënten’
Op de IC liggen gemiddeld de tien ziekste mensen van het ziekenhuis. Toch is er altijd hoop voor deze mensen. ‘De best mogelijke zorg, dat heeft iedereen hier voor ogen.’
'Fijn als je hoort dat het weer goed gaat met iemand'
Het komt niet zo vaak voor, maar af en toe komt intensivist Huub van den Oever een oude patiënt van hem tegen die op de IC heeft gelegen. ‘Ik sprak bijvoorbeeld een tijd geleden iemand. Hij had een longontsteking met orgaanfalen gehad en heeft een week bij ons op de afdeling gelegen. Als ik dan hoor dat het goed gaat met zo iemand, ook al kan hij niet meer alles van voor de IC-opname, dan is dat heel fijn. Daar doe je het voor.’
Er is altijd hoop
Op de IC komen mensen waarvan één of meerdere orgaansystemen falen. Dat kan door een ongeluk komen, het gevolg zijn van een ziekte, zoals een ernstige infectie (bijvoorbeeld longontsteking), of een operatie waar zij niet goed uitkomen. De intensivist is eindverantwoordelijk voor de zorg voor deze patiënten. Hij zorgt ervoor dat patiënten de nodige zorg krijgen met behulp van de apparatuur die alleen op de IC aanwezig is, zoals beademings- en hartbewakingsapparatuur. Er werken naast Van den Oever vijf intensivisten, zes IC-artsen en 42 verpleegkundigen op de IC. Tezamen met disciplines van andere afdelingen in het ziekenhuis, zoals de chirurgen en internisten, en paramedici als fysiotherapeuten, werken zij er hard aan om de patiënten beter te laten worden. Maar soms gaat het niet goed. Ondanks die verdrietige gebeurtenissen is Van den Oever positief: ‘Op de IC liggen gemiddeld de tien ziekste mensen van het ziekenhuis. Toch is er altijd hoop voor deze mensen. Als zij niet meer beter zouden kunnen worden, komen zij hier namelijk niet terecht.’
Uitkijken over weilanden
De mensen die op de IC belanden zijn meestal erg in de war, vertelt de intensivist. Door het trauma van het ongeluk of van de operatie weten zij vaak niet waar zij zijn en wat hun is overkomen. Op de IC krijgen ze daarnaast ook nog een heleboel slangetjes aan hun lichaam, wat vervreemdend kan werken. Om ze zich te laten oriënteren is er in elke kamer een klok, die recht voor hun bed hangt. En zij kunnen over de weilanden heen kijken die het ziekenhuis omringen. ‘Zo krijgen zij weer een besef van tijd en ruimte. Heel belangrijk voor de genezing.’
Snel weer fietsen
Vanaf het moment dat een patiënt weer een beetje is opgeknapt, wordt er gewerkt aan zijn herstel. Daarbij helpen diëtisten, logopedisten en fysiotherapeuten. ‘De fysiotherapeuten gebruiken bijvoorbeeld een bedfiets, een soort hometrainer die de patiënt op bed kan gebruiken. Zodra het kan, wordt die fiets ingezet bij patiënten. In eerste instantie gaat het nog passief. De voeten van de patiënt bewegen mee met de pedalen. Later, als de patiënt op krachten is gekomen, kan hij in liggende houding de pedalen zelf laten ronddraaien.’ Van de Oever vindt het belangrijkste van zijn werk de samenwerking met andere disciplines. ‘Ik denk dat wij in dit ziekenhuis heel goed samenwerken om de patiënt de best mogelijke zorg te geven. Of ik nou samen werk met chirurgen, longartsen, internisten, logopedisten of fysiotherapeuten: iedereen heeft alleen dat voor ogen.’