Menu
Patiënt

Passende zorg kwetsbare oudere

Zeventigplussers lopen tijdens een ziekenhuisopname een grotere kans op complicaties zoals longontsteking of acute verwardheid (delier). Ook kan een opname hun thuissituatie drastisch veranderen en het proces van dementie versnellen. Om de prognose te verbeteren, verleent het Deventer Ziekenhuis deze kwetsbare groep speciale zorg.

Verwardheid vaak groot probleem bij ouderen

Het treft vooral ouderen die via de Spoedeisende Hulp in het ziekenhuis belanden met een gebroken heup of een andere acute complicatie. Maar ook patiënten op leeftijd die op de operatietafel belanden via een geplande opname, hebben een verhoogd risico. Acute verwardheid heeft na ontslag uit het ziekenhuis vrijwel altijd verstrekkende gevolgen. Uit onderzoek blijkt dat een delier de kans op dementie vergroot, een al bestaand dementieproces versnelt en ertoe kan bijdragen dat de oudere niet meer zelfstandig kan wonen. Ook de kans op vervroegd overlijden is groter.

Zorgbeleid aangepast

‘Onze patiëntenpopulatie veroudert in rap tempo. Omdat ziekenhuisopname een risico is voor kwetsbare ouderen, hebben wij ons zorgbeleid hierop aangepast.’ Aan het woord is Liduine Wellink, verpleegkundig consulent op de afdeling Geriatrie. Ziekenhuisbreed ziet zij erop toe dat kwetsbare ouderen adequate zorg krijgen. ‘Bij een geplande opname beoordelen verpleegkundigen vooraf, op basis van een speciale vragenlijst die met de patiënt en familie wordt doorgenomen, of er kans is op complicaties. Aan de orde komt de thuissituatie, geheugenproblemen, valincidentie, voedingspatroon en of de patiënt al eerder een delier heeft gehad. Blijkt daaruit dat de patiënt een verhoogd risico heeft, dan starten we preventief met behandelplannen. In overleg met de apotheker past de geriater bijvoorbeeld de medicatie aan, de diëtist stelt een dieet op en de fysiotherapeut zoekt naar manieren om de kans op vallen te verkleinen. De rol van de verpleegkundige is hierbij belangrijk: hij of zij creëert een klimaat waarin de oudere zich veilig voelt en rustig, helder en georiënteerd blijft. We proberen dus ziekenhuisbreed complicaties te voorkomen.’

Muziek

Rondom de operatie en het herstel daarna wordt getracht de kans op een delier te verkleinen. Zo vindt de voorbereiding op de operatie op de operatiekamer plaats en niet op de zogenaamde holding waar veel patiënten liggen, veel personeel rondloopt en het lawaaierig is. De oudere patiënt ligt alleen, er is beperkt aantal personeel aanwezig, de muziek is zacht, er heerst rust en allerbelangrijkste is dat er een familielid tot aan de overdracht aanwezig is. Op het moment dat de patiënt wakker wordt, zit het familielid er weer naast. Terug op de verpleegafdeling is het van belang om voor de patiënt zo snel mogelijk een thuissituatie te creëren, met een vast dag- en nachtritme en een duidelijke structuur. Patiënten worden gestimuleerd zoveel mogelijk uit bed te blijven, gewone kleding te dragen en aan tafel te eten. ‘We doen dit ook omdat de conditie van ouderen in het ziekenhuis achteruit kan gaan’, licht Wellink verder toe. ‘Dertig tot zestig procent van de oudere patiënten komt conditioneel slechter uit het ziekenhuis. Het kan dus zo zijn dat een patiënt voor de opname nog zelfstandig functioneerde en na de opname naar een verpleeghuis moet. Samen met fysiotherapeuten proberen we ouderen daarom tijdens de opname in beweging te houden. We merken dat deze werkwijze verschil maakt en dat oudere patiënten weer sneller op hun oude niveau zijn.’

Complicaties

Bij acute opnames van heupfracturen maakt de geriater deel uit van het multidisciplinair overleg op de afdeling Traumachirurgie. Terwijl de traumachirurg zich focust op de breuk, beoordeelt de geriater diverse geriatrische aspecten, zoals medicijngebruik, kans op delier, cognitief functioneren, ondervoeding, uitdroging, mobiliteit, zelfredzaamheid en of er sprake is van osteoporose. ‘Aan het begin van de anamnese kunnen we nog goed preventief handelen. We verwachten dan ook de kans op complicaties en heropname te verkleinen,’ vertelt traumachirurg Elvira Flikweert. Volgens haar heeft de geriater een beter beeld van de algemene leefomstandigheden van de patiënt. ‘Hij onderzoekt wat de achterliggende reden is van de val, heeft overleg met familie en de huisarts en kan dus beter inschatten hoe kwetsbaar de patiënt is.’ Mocht deze samenwerking vruchten afwerpen, dan gaat dit multidisciplinaire team zich ook richten op schouderbreuken en acute buikoperaties. Bovendien zal de betrokkenheid van de geriater nog verder naar voren worden gehaald, tot aan de Spoedeisende Hulp toe. Flikweert: ‘We verwachten dat meteen aan het begin van de opname veel winst te behalen valt. De aankomst in een ziekenhuis met alle hectiek erom heen geeft veel prikkels.’

Overdracht

Ook de overdracht na ontslag uit het ziekenhuis is verfijnd. De patiënt krijgt een brief mee voor de hulpverlener die daarna in beeld komt. ‘Ik heb regelmatig overleg met verpleeghuisartsen over de operatie en voortgang van onze patiënten’, vervolgt Flikweert. Wellink vult aan: ‘Indien nodig bel ik om te kijken of de informatie in de brief voldoende is. In een werkgroep zijn we momenteel bezig punten van verbetering aan te brengen rondom de overdracht. We gaan een format ontwikkelen waarbij aspecten aan de orde komen die een vollediger beeld van de patiënt gaan geven. Bovendien willen we het overleg met degenen die de zorg overnemen institutionaliseren. Zo wordt de overdracht transparanter en vloeit de zorg van de één naar de ander meer in elkaar over.’