Menu
Patiënt

Ontwikkelings-gerichte zorg

Heel anders dan u had verwacht, werd uw kind te vroeg en/of ziek geboren. Groei en ontwikkeling waren in de baarmoeder al in volle gang. De omgeving waarin uw kind zich nu in bevindt is nieuw: gebeurtenissen, licht, geluid en aanrakingen. Om hieraan te wennen, heeft uw kind steun nodig. Bovendien heeft uw kind heel wat te vertellen met zijn/haar lichaamstaal. Daarom bieden wij uw kind ‘ontwikkelingsgerichte zorg’. Dit betekent dat we de omgeving van uw kind aanpassen aan wat uw kind aankan.

Baby's kunnen snel overprikkeld raken

Te vroeg geboren kinderen komen ter wereld op een leeftijd dat zij eigenlijk nog behoefte hebben aan de veiligheid en geborgenheid van de baarmoeder. Zij moeten de indrukken van een nieuwe omgeving verwerken terwijl zij daar nog niet aan toe zijn. Zij kunnen al wel prikkels uit hun omgeving opnemen, maar raken snel overprikkeld omdat zij nog niet de rem hebben prikkels af te sluiten. Met deze prikkels bedoelen we onder andere geluid, licht, maar bijvoorbeeld ook vervelende aanrakingen met een negatieve uitwerking.

Om deze gevolgen zoveel mogelijk te beperken, proberen we stress te voorkomen. Door handelingen aan te passen aan de behoeften van je kind kan onnodige stress worden voorkomen, waardoor je kind minder negatieve prikkels ervaart en zich beter kan ontwikkelen. Uit onderzoek is gebleken dat ontwikkelingsgerichte zorg leidt tot een kortere opname, kortere beademing, minder lang sondevoeding en een betere groei. Ontwikkelingsgerichte zorg is echter niet alleen voor prematuren maar ook voor zieke pasgeborenen. Zieke op tijd geboren kinderen zijn wel volgroeid, maar zijn te ziek en hebben te weinig energie om met alle prikkels om te gaan en deze te kunnen verwerken.

Troosten

Voor ouders is ontwikkelingsgerichte zorg een van de methodes om je kind te leren kennen. Door het observeren van gedragssignalen bij je kind kunt je onder andere leren hem te troosten. Want ondanks dat je kind ziek is en/of in de couveuse ligt, kun je als ouder erg veel voor hem doen.

Een aantal aandachtspunten zijn van belang in het omgaan met uw baby:

  • Als uw baby slaapt, laat het dan rustig wakker worden.
  • Praat met uw baby voordat u het aanraakt. Uw baby kent immers uw stem vanuit de baarmoeder en zal uw stem steeds beter leren kennen de komende tijd.
  • Zorg dat uw baby u in het gezicht kan zien en probeer oogcontact te maken als het goed wakker is.
  • Probeer samen met de verpleegkundige te ontdekken in welke houding uw baby zich het prettigst voelt. Juist een bepaalde houding die fijn is, geeft rust, steun en zekerheid, ook op het moment als uw baby zich niet prettig voelt.
  • Als uw baby onrustig is, kunt u het steunen door het zacht aan te raken. U legt bijvoorbeeld uw ene hand op het hoofdje en de andere hand om de billetjes. Zo krijgt uw baby een geborgen gevoel en zal het sneller getroost zijn.
  • Als ouder kunt u hierin een grote bijdrage leveren. Zorg dat uw baby voldoende rust krijgt. Wanneer u uw baby beter kent, weet u ook wat uw baby aankan. Samen met u zal de verpleegkundige de rust bewaker zijn.

Hoe ervaart uw kind de omgeving voor de geboorte?

In de baarmoeder is het donker en geluid wordt gedempt. Uw kind heeft in het vruchtwater geen last van zwaartekracht en kan bewegen zoals het wil. Het hoort steeds de stem van de ouders en alle vertrouwde omgevingsgeluiden.

Wat was er anders voor de geboorte?

Uw kind hoefde voor de geboorte niet zelf te ademen en het hoefde zichzelf minder op temperatuur te houden. Het grootste gedeelte van de tijd bracht uw kind slapend door en werd niet wakker gemaakt. Uw kind had geen pijn en stress. Voeding in de darmpjes hoefde uw kind nog niet te verteren en uw kind kreeg steeds ‘voeding’ via de navelstreng.

Hoe leert u de lichaamstaal van uw kind kennen?

Ga gerust eens naast de couveuse of het bed van uw kind zitten om gewoon naar uw kind te kijken. Hierdoor leert u zien wat uw kind te vertellen heeft en hoe het zich voelt; u leert de lichaamstaal van uw kind kennen. Het is prettig om met de verpleegkundige die voor uw kind zorgt te bespreken wat u bij uw kind ziet. Samen met iedereen die met uw kind te maken heeft, willen we de nieuwe omgeving zo rustig en comfortabel mogelijk maken. Zie ook: babylichaamstaal.

Hoe kunt u tijdens de verzorging het comfort van uw kind behouden?

Verzorg uw kind het liefst als het zelf wakker wordt (als de oogjes open zijn). Of ondersteun uw baby om de oogjes rustig te gaan openen. De voedingstijd hoeft in het begin (als het nog niet zelf kan drinken) niet bepalend te zijn voor het moment van verzorgen. Als uw kind toch verzorgd moet worden als het slaapt, maak het dan eerst rustig wakker. Praat tegen uw kind en zeg wat u gaat doen, doe dit voordat u hem aanraakt. Pas wanneer hij wakker begint te worden haalt u voorzichtig de doek of dekens eraf en legt u uw (warme) hand op uw kind (het is handig als u alles klaarzet voordat u gaat verzorgen). Scherm de oogjes af, zodat het invallende licht geen schrikreactie geeft. Laat uw baby rustig wennen aan het licht.

Trek bij het verschonen uw kind niet aan zijn beentjes omhoog. Til de billen van uw kind op. Dit doet u door uw kind vast te houden bij de bovenbeentjes en hem “op te rollen”. De luier kunt u er zo goed onder schuiven. Voor baby’s is het prettig om in zijligging getemperatuurd te worden. Op deze manier kunnen ze zichzelf het makkelijkste rustig houden. Houdt hierbij de beentjes van het kind in de gebogen houding. Op deze manier kunt u ook makkelijk de billetjes afvegen wanneer dit nodig is.

Uw baby verzorgen kan ook op een ander tijdstip dan de voedingstijd als uw baby nog niet in staat is zelf te drinken. Wij proberen het verzorgingsmoment aan te passen aan het moment dat u op de afdeling kan zijn en uw baby wakker wordt. Soms is uw baby in een diepe slaap of is het al veel wakker geweest in de periode daarvoor. De verpleegkundige die op dat moment voor uw baby zorgt, vertelt u daarover. Uw baby kan gevoed worden zonder de slaap te verstoren als het alleen sondevoeding krijgt.

Door uw baby met z’n tweeën te verzorgen, blijft uw baby meer comfortabel. Uw baby kan dan beter getroost worden. Als u uw baby nog niet zelf kunt verzorgen, kunt u het wel troosten tijdens de handelingen of de verzorging. Geef uw baby een handje, ondersteun het met twee handen en praat tegen uw baby. Blijf tijdens de verzorging goed kijken naar de reacties van uw baby. Probeer tijdig een rustpauze in te lassen als uw baby laat zien dat het teveel wordt.

Na de verzorging kunt u uw baby helpen tot rust te komen door te troosten en door begrenzende steun te geven met 2 handen op hoofd en billen. Dit wordt ‘containment-hold’ genoemd.

Het is beter om uw baby niet onrustig achter te laten als u naar huis gaat, omdat hij dan teveel energie verbruikt. Uw baby vindt het dan moeilijk om alleen in slaap te vallen. Praat dan niet tegen uw baby dan probeert hij/zij wakker te blijven maar troost hem/haar door de containment-hold.

Hoe kunt u uw kind vast laten wennen aan voeding?

Wanneer uw baby eraan toe is om te wennen aan voeden, kunt u in overleg met de verpleegkundige die voor uw baby zorgt afspraken hierover maken. U kunt uw baby laten ‘snuffelen aan de borst’ als u van plan bent borstvoeding te gaan geven. Uw baby hoeft nog niet echt te kunnen drinken, maar dit bevordert het hechtingsproces. Uw baby hoort uw stem en kan daarop reageren. Ook wordt de toeschietreflex bevorderd en uw baby kan de druppeltjes melk al proeven (oplikken).

Het oogcontact dat hierbij tussen u en uw baby plaatsvindt, wijst op het unieke gezichtsvermogen van uw baby. Een pasgeborene is al in staat om wat te zien, in het bijzonder van voorwerpen die zich op een afstand van ongeveer 20 centimeter bevinden. Dit komt overeen met de afstand tussen uw gezicht en dat van uw baby wanneer u uw baby in uw armen houdt.

Hoe kunt u uw baby nieuwsgierig maken voor een voedingsmoment?

Als uw baby wakker is, kunt u een fopspeentje geven tijdens de sondevoeding. Druppel eventueel een paar druppeltjes voeding op de fop, zodat uw baby de voeding kan ruiken, voelen en proeven.. Bied het fopje op een positieve manier aan; strijk met de fop langs het mondje zodat uw baby zelf de mond opendoet en kan toehappen.

Hoe kunt u omgaan met lichtinval?

De oogjes van uw baby zijn nog in ontwikkeling. Fel licht is niet prettig voor uw baby. De reactie van de pupil is nog onvoldoende, waardoor de oogjes zeer gevoelig zijn voor teveel licht. Bovendien is de huid van de oogleden nog zeer dun. Het teveel aan fel licht heeft niet alleen effect op de ogen, maar ook op het bioritme en het waak-slaapritme.

Wat kunt u doen om uw baby te beschermen tegen direct licht?

Uw baby zal meer alert zijn en de ogen meer openen als het licht gedempt is. Ook kan uw baby dan beter kijken en contact maken. Sla de deken of cover van de couveuse voorzichtig een beetje open. Bescherm uw baby tegen direct invallend licht, door bijvoorbeeld de oogjes af te dekken.

Als uw baby fototherapie krijgt, krijgt het ter bescherming van de oogjes een brilletje op. De verpleegkundige die voor uw baby zorgt, zal u helpen eventuele fototherapielampen uit te zetten. Als uw baby beter tegen licht kan, dek dan de oogjes niet de hele tijd af. U kunt bijvoorbeeld tijdens het verzorgen het fototherapiebrilletje eraf halen om contact te maken met uw baby. Probeer zo min mogelijk licht te gebruiken; maak eventueel gebruik van het te dimmen licht bij de couveuse.

Afhankelijk van de toestand en de leeftijd van uw baby dekken we de couveuse gedeeltelijk of geheel af met een losliggende deken of cover. Zo kan uw baby tijdens periodes van slaap voldoende in het donker liggen. Door de bewakingsapparatuur blijft de controle op uw baby gewaarborgd. Na de verzorging van uw baby mag u de couveuse weer afdekken. Zo beschermt u uw baby tegen direct invallend licht en geeft u het een persoonlijk plekje. Als de baby ouder wordt en de oogjes zich verder ontwikkelt hebben, gaan we meer licht aanbieden. Ook houden we rekening met het dag- en nachtritme, door een verschil te maken tussen het aanbieden van licht overdag en ’s nachts.

Hoe kunt u omgaan met geluid?

Uw baby is door de vroeggeboorte nog zeer gevoelig voor geluid. Het raakt snel overstuur, omdat het geluid nog niet kan filteren. Uw baby kan zich nog niet goed afsluiten voor bepaalde geluiden, waardoor achtergrondgeluid ook sterk doordringt. Te harde geluiden verstoren de slaap. Uw baby kan hierop reageren met huilen (soms hebben kleine baby’s niet voldoende energie meer om te huilen), een sneller hartritme, geprikkeldheid, neiging tot adempauzes en daardoor een hogere zuurstofbehoefte.

Uit onderzoeken is gebleken dat te vroeg geboren baby’s langere periodes doorbrengen in lichte slaap en niet gemakkelijk toekomen aan diepe slaap op de afdeling. Slapen is voor uw baby juist erg belangrijk. Vooral de diepe slaap, want dit is een periode om te herstellen en te groeien. Probeer uw baby daarom niet te wekken tijdens de diepe slaap.

Wat kunt u doen om uw baby te beschermen tegen geluid?

Behoud stilte en rust rond de couveuse of het bed. Beschouw de couveuse van uw baby als de ‘slaapkamer’ van een zeer gevoelige baby. Probeer de zorg aan te passen aan het waak-slaapritme van uw baby. Als uw baby wakker moet worden, ondersteun dit dan op een rustige manier door uw baby te ondersteunen met twee handen. Als u rustig en zachtjes praat tegen uw baby, geeft dit rust en vertrouwen.

Houd verder rekening met de volgende punten:

  • Leg geen spullen op de couveuse en ga zachtjes om met materiaal.
  • Sluit de deuren van de couveuse zachtjes door de knoppen in te duwen.
  • Vermijd gesprekken van veel personen rondom de couveuse of het bed.
  • Praat zachtjes naast de couveuse. Leg dit ook uit aan uw bezoek en houd gezellige gesprekjes op een andere plek.
  • Dek de couveuse goed af; daarmee wordt ook het geluid gedempt.
  • Voorkom andere harde geluiden waar uw baby van kan schrikken.
  • Hoe kunt u uw kind ondersteunen bij zelfregulatie en houding?

* Bij de houding van uw baby proberen we zoveel mogelijk de begrenzende omgeving van de baarmoeder na te bootsen. Door uw baby in een nestje te leggen, zorgt u ervoor dat het begrenzing heeft, maar ook bewegingsruimte houdt, net als in de baarmoeder.

Door de vroeggeboorte heeft uw baby minder kracht. Bovendien moet het tegen de zwaartekracht in bewegen om een goede houding te vinden. Door het gebruik van materialen zoals de ‘snuggle-up’, een soort nestje, wordt uw baby in een goede houding gelegd. De snuggle-up zorgt ervoor dat deze houding vastgehouden wordt. Met andere materialen, die op de afdeling aanwezig zijn, kunnen we ook een ‘nestje’ maken wat bij uw baby past.

Wat kunt u als ouder doen om de houding van uw baby te ondersteunen?

Probeer uw baby zoveel mogelijk in de zogenaamde ‘foetushouding’ te verzorgen; dezelfde houding als in de baarmoeder. Zorg tijdens het verzorgen dat uw baby de begrenzing van bijvoorbeeld het ‘nestje’ (snuggle-up) aanhoudt.

Steun de armpjes en beentjes. Houd de armpjes tegen het lichaam aan, ook als u uw baby uit de couveuse haalt. Uw baby vindt het prettig als het met de handjes bij de mond kan, zodat hij/zij op de vingers kan sabbelen. Bij een goed passende luier kunnen de knieën bij elkaar. Wissel de kant waarop uw baby ligt steeds af, links en rechts.

Door stress kan de houding van uw baby gemakkelijk uit balans raken. Als u merkt dat uw baby overstuur raakt, las dan een rustpauze in. Als u denkt dat uw baby wil zuigen, geef uw baby dan een fopspeentje, geef begrenzende steun en praat met uw baby. U geeft uw baby steun door met lichte druk 1 hand op het hoofd en 1 hand tegen de billen te plaatsen. Ook kunt u elke dag een nieuw geurdoekje meenemen dat u bij u gedragen heeft. De verpleegkundige die voor uw baby zorgt, kan u helpen de juiste houding te vinden voor uw baby om hem te steunen/troosten.

Kangoeroeën of buidelen is een manier om uw kind dichtbij te dragen, tegen uw blote huid aan. U kunt hiermee beginnen zodra de toestand van uw kind het toelaat. Zie voor meer informatie: Kangoeroeën/buidelen

Uw kind kan ook troost vinden door het vasthouden van een zacht strengetje (armpje/beentje) van een knuffeltje dat in zijn/haar vuistje past. Wilt u er dan wel zorg voor dragen dat het knuffeltje wekelijks op 60 graden gewassen wordt?

Stress

Uw baby is, tot een bepaalde hoogte, in staat om zichzelf te troosten en rustiger te worden. Daardoor zal stress verminderen of kan het zelfs voorkomen worden. Als stress toch teveel toeneemt, zal dit zelfregulerende vermogen afnemen. Uw baby zal dan tekenen van stress gaan vertonen. Hoe reageert uw baby bij toename van stress?

  • Uw baby kan de situatie aan en blijft rustig.
  • Uw baby heeft het even moeilijk, maar kan zichzelf troosten en wordt weer rustig.
  • Uw baby kan zichzelf niet troosten en de situatie leidt tot stress.
  • Hoe kunt u uw baby steunen en helpen weer rustig te worden?

* Benader uw baby rustig en kalm. Geef uw baby dan gelegenheid om zich te herstellen wanneer het onrustig is geweest. Geef uw baby tijdens de verzorging begrenzing. Dit draagt positief bij aan het zichzelf leren troosten (zelfregulerend gedrag).

Wat doet uw baby om tot rust te komen, om zichzelf te troosten?

  • Uw baby wil graag zuigen en lijkt te zoeken met de mond (zoekreflex).
  • Uw baby probeert zich te nestelen in zijn rolletje of ‘snuggle-up’.
  • Uw baby zoekt iets om vast te houden, bijvoorbeeld een vinger, dekentje of knuffeltje. In verband met de hygiëne moet u het knuffeltje of doekje wel wekelijks wassen op 60 graden.

Materialen die wij gebruiken om uw kind lekker neer te leggen zijn:

Snuggle-up/nestje

Dit is een zacht nestje dat gebruikt wordt om uw kind beter te positioneren en te ondersteunen. De zachte onderkant met vaste rol geeft wel stevigheid, maar uw kind kan zich nog steeds bewegen. De banden zorgen voor een begrenzing. Dit lijkt op de situatie toen uw kind nog in de baarmoeder zat. Wanneer uw kind zich beweegt dan voelt hij de begrenzing om zich heen. Dit geeft een veilig gevoel. Soms heeft een kind meer ondersteuning nodig dan geven wij nog een kikker. Zo voelt uw kind aan alle kanten randen.

Kikker of frog

De kikker is een verzwaard zakje in de vorm van een kikker. Dit zakje is ontwikkeld om kinderen te helpen bij het positioneren. Vaak ligt de kikker tegen de billen of gedeeltelijk op de buik of rug van uw baby. Dit kan uw baby rust geven om in slaap te vallen, Het voelt voor hem dan aan als een paar handen. Delen van de kikker kunnen ook gebruikt worden als ondersteuning van een arm of been.

Groene handdoek

Deze handdoek wordt gebruikt bij kinderen die wat groter zijn en begrenzing nog prettig vinden.. De kinderen die dit gebruiken hebben geen baat meer bij het nestje. Er wordt een rolletje van de handdoek gemaakt waardoor uw kind steun en begrenzing ervaart net zoals uw kind dat gewend was in de baarmoeder.

Hoefijzer

Dit is een hoefijzer van zacht materiaal dat gebruikt kan worden ter ondersteuning van ledematen of het hoofdje in een bepaalde positie te houden.

Pijn: wat is pijn en hoe gaan we ermee om?

Pijn is een prikkel die van de zenuwuiteinden in je huid naar de hersenen gaat. Pijn beleeft en voelt ieder persoon dan ook op een eigen manier. Iedereen reageert hier anders op. Verpleegkundigen weten wat pijnlijke handelingen zijn en hoe ze hierop moeten reageren. Ze zijn hier specifiek voor opgeleid. Het is vervelend om te zien dat uw kind pijn heeft. Door uw kind vast te houden, te zingen en te praten kunt u bij uw kind de pijn verzachten. Wij proberen we in onze behandelingen er voor te zorgen dat uw kind zo min mogelijk pijn heeft. Dit doen we als volgt. Soms moeten we kleine handeling bij uw kind uitvoeren. Dit doen we dan het liefst terwijl een ouder of verzorger het kind ondersteunt bij het hoofdje en de billen. Vooraf aan een vervelende handeling (bijvoorbeeld de hielprik) geven we suikerwater. Hierdoor komen er pijnbestrijdende stoffen vrij (endorfine). Door de sucrose in het water komen deze lichaamseigen endorfinen vrij. Bij alle kinderen houden we minimaal drie maal per dag een pijnscore bij. Op deze pijnscore lijst staan de items benoemd waaraan je kunt zien dan een kind pijn heeft. Denk bijvoorbeeld aan de gelaatsuitdrukking, de beweeglijkheid en reactie op prikkels. Afhankelijk van deze score passen we de medicatie aan of we stoppen de medicatie. Er zijn kinderen die standaard na de geboorte pijnmedicatie (paracetamol zetpillen dan wel drankje ) krijgen, zoals b.v. na een vacuüm bij geboorte en geboorte via stuitligging.