Uitstrijkje

Tijdens het onderzoek ligt u op een onderzoeksbank. U houdt uw benen opgetrokken en zet uw voeten dichtbij uw billen op de bank. Sommige artsen gebruiken een onderzoeksbank met speciale beensteunen.

Om de baarmoedermond goed te kunnen zien, opent de arts of de assistente de vagina wat verder. Dat doet zij met een metalen of plastic instrument, het speculum ('eendenbek'). Zij houdt het speculum eerst onder de lauw-warme kraan, zodat het niet meer zo koud is bij het inbrengen. Daarna brengt zij het speculum in en opent het. Met een spateltje of borsteltje haalt zij wat slijm uit de baarmoedermond. Ze strijkt het slijm op een glazen plaatje. Daarna haalt zij het speculum uit de vagina.

Het maken van een uitstrijkje doet bij de meeste vrouwen geen pijn. Sommige vrouwen vinden het wel een vervelend gevoel, bijvoorbeeld als de arts het speculum inbrengt of het slijm weghaalt uit de baarmoederhals.

Voorbereiding

Er zijn vrouwen die erg opzien tegen een uitstrijkje. Om meer te ontspannen kunt u een paar dingen doen:

• Ga van tevoren naar de wc. Een volle blaas en darm kunnen tijdens het onderzoek een vervelend gevoel geven.
• Probeer vooral uw buik en bekkenbodemspieren te ontspannen. Het onderzoek gaat dan gemakkelijker.
• Hebt u (bijna) nooit seks gehad, vertel dit dan aan uw arts. Zij zal dan een kleiner speculum gebruiken.
• Hebt u nare ervaringen met seks? Vertel dit uw arts. Zij kan er dan rekening mee houden en u de tijd geven om de spieren rond uw vagina zo goed mogelijk te ontspannen.

Uitslag

De uitslag van een uitstrijkje is na een paar weken bekend. Vraag uw arts wanneer u precies kunt bellen voor de uitslag. Afwijkingen van dit uitstrijkje wordt beschreven met het volgende classificatiesysteem:

• Pap 0: niet te beoordelen
• Pap 1: normaal
• Pap 2 - 5 : afwijkend in toenemende mate.

Nazorg

Het is mogelijk dat u na een uitstrijkje wat bloed verliest. Dat kan geen kwaad. Meestal stopt het bloedverlies na één dag.