Pleurapunctie
Met een pleurapunctie haalt de arts vocht tussen de longvliezen weg. De arts zuigt dit vocht op met een naald en laat het vocht onderzoeken in het laboratorium. De punctie verlicht benauwdheidsklachten.
Wat gebeurt er bij een pleurapunctie?
Bij een pleurapunctie trekt u uw bovenkleding uit en een verpleegkundige desinfecteert uw huid. Tijdens de pleurapunctie zit u rechtop op een bed of onderzoektafel. De longarts staat achter u. Ze brengt een naald in tussen twee ribben, tot in de holte tussen de twee longbladen. Met de naald zuigt ze het vocht op. U moet misschien hoesten. Probeer dit te onderdrukken.
Het onderzoek duurt ongeveer tien minuten. Na afloop laat de arts misschien nog röntgenfoto's maken om te kijken of de punctie goed is gegaan.
Tot een half uur na de pleurapunctie moet u het rustig aan doen. Daarna mag u weer naar huis of terug naar uw afdeling.
Risico's en bijwerkingen
Een pleurapunctie geeft weinig risico's. Soms krijgt iemand plotseling een lage bloeddruk en een langzame hartslag. Dan onderbreekt de arts het onderzoek. Meestal kan die het onderzoek na enkele uren zonder problemen alsnog doen. Er kan na het onderzoek wat vocht of bloed uit het wondje blijven lekken. Dan zal een verpleegkundige het wondje verbinden. Helpt dat niet, dan is een hechting nodig. Misschien doet uw schouder pijn tijdens of na het onderzoek. Dit gaat vanzelf weer over. Heel soms ontsnapt er na dit onderzoek lucht uit de long. Dan is er een kleine kans op een klaplong.