Mammalokalisatie onder röntgengeleiding
Bij een mammalokalisatie onder röntgengeleiding plaatst de radioloog een jodiumzaadje in de gevonden afwijking. Het zaadje blijft langere tijd radioactief en kan daarom enkele dagen (tot zelfs een aantal maanden) van te voren worden ingebracht.
Tijdens de operatie kan de chirurg het zaadje opsporen met speciale apparatuur en het weefsel met daarin het zaadje verwijderen.
Wat gebeurt er bij een mammalokalisatie onder röntgengeleiding?
In de onderzoekkamer neemt u plaats op een stoel. De laborant klemt vervolgens de te opereren borst tussen 2 plastic plaatjes. De laborant maakt soms meerdere foto's. De computer kan hiermee de juiste plaats bepalen. Het is heel belangrijk dat u stil blijft zitten tot het onderzoek klaar is.
Het bovenste plaatje heeft een uitsparing waardoor de radioloog de naald, waar het zaadje in zit, in de borst kan prikken. De prik is een beetje pijnlijk: het voelt hetzelfde als een verdovingsprik. Daarom wordt er geen verdoving gegeven. Als de naald op de goede plaats zit, duwt de radioloog het zaadje uit de naald. De naald wordt daarna verwijderd en het zaadje blijft achter. Aansluitend wordt er een mammografie gemaakt worden om de locatie van het zaadje te controleren. Het totale onderzoek duurt zo'n 40 minuten.
Downloads
Komt u binnenkort naar het Deventer Ziekenhuis voor dit onderzoek? Het is belangrijk om u goed voor te bereiden. Download onze folder en lees wat u kunt verwachten.