DSA-onderzoek

De laborant haalt u op uit de wachtruimte en brengt u naar een kleedkamer. Hier kleedt u zich uit en trekt uw pyjamajas of T-shirt aan. In de röntgenkamer gaat u op de onderzoektafel liggen. U krijgt van de radioloog een prikje in de lies voor plaatselijke verdoving. Daarna desinfecteert de laborant uw lies en legt een steriel laken over u heen.

De radioloog maakt een sneetje in de huid en prikt met een holle naald in de liesslagader. Via deze naald wordt een dun slangetje in het bloedvat geschoven. Vervolgens wordt er een contrastvloeistof door dit slangetje gespoten waardoor de bloedvaten zichtbaar worden op de röntgenfoto’s. Dit gebeurt een paar keer achter elkaar totdat alle bloedvaten gefotografeerd zijn.

Aan het eind van de procedure verwijdert de radioloog de katheter en drukt het gaatje in de slagader 15 minuten met de hand dicht, waarna U een drukverband krijgt. Of u krijgt een angioseal (een plugje dat het prikgaatje in het bloedvat sluit). Hierna wordt u teruggebracht naar de verpleegafdeling.