Menu

Wij maken gebruik van cookies

We bieden u via onze website graag relevante en actuele informatie. Om uw bezoek aan onze website te verbeteren, gebruiken we cookies. Om het gebruik van onze site te meten bijvoorbeeld, maar ook om Youtube video's af te spelen. Verder zijn cookies nodig om informatie van onze website te kunnen delen via social media. Deze cookies zijn nooit herleidbaar tot uw persoonlijke gegevens en we gebruiken ze nooit voor commerciële doeleinden. Lees hier meer over in ons Privacy- en Cookiebeleid. Door op Akkoord te klikken, accepteert u alle cookies.

Cookies accepteren Cookies weigeren
Behandelingen

Voor­ko­men van het post­trom­bo­tisch syn­droom

Als u door de internist wordt behandeld in verband met een diepe veneuze trombose van het been kan het posttrombotisch syndroom (PTS) optreden. Dit komt door overbelasting van de aderen en kan voor een aantal problemen zorgen: vochtophoping, bruine verkleuringen op de huid, open been, dunne huid (kwetsbaar) en spataderen. Daarom helpen we u om dit te voorkomen.

Afdeling(en)

Hoe kom ik er?

Route 85
Lees voor

Wat gebeurt er bij het voorkomen van het posttrombotisch syndroom?

Oppervlakkige aderen zorgen normaal gesproken maar voor 10 procent voor het transport van bloed. Na een trombose worden deze aderen vaak overbelast. Het bloed zoekt dan een andere weg omdat een hoofdader is afgesloten door een bloedprop. Daardoor ontstaat PTS. PTS varieert van lastige blijvende restverschijnselen tot aan invaliditeit. Soms duurt het maanden of jaren voordat de klachten ontstaan.

Elastische kousen

Het dragen van elastische kousen kan PTS deels voorkomen, doordat ze ondersteuning geven aan de overbelaste aderen. Uit onderzoek blijkt dat het dragen van zo'n kous in de eerste 2 jaar na de eerste trombose het risico op een PTS met de helft doet verminderen.

Een elastische kous kan pas worden aangemeten als het been weer slank is. De eerste weken wordt uw been gezwachteld door hulpverleners die daarin speciaal zijn geschoold op de polikliniek Dermatologie. Daarna neemt de thuiszorg het over.

Lees meer over de behandeling