Voedingsadviezen bij (risico) op ondervoeding
Wanneer u ouder bent kunt u door verschillende oorzaken ondervoed raken. Ondervoeding leidt tot gewichtsverlies, afname van spierkracht en een slechtere weerstand tegen ziektes. In dit geval adviseren wij om veel energie- en eiwitrijke voeding te gebruiken. U leest hier hoe u dat verstandig doet.
Wat zijn de voedingsadviezen bij (risico) op ondervoeding?
Om (het risico op) ondervoeding tegen te gaan gelden verschillende adviezen. Het is erg belangrijk om energie- en eiwitrijk voedsel binnen te krijgen. We geven enkele tips voor hoe u dit zo gemakkelijk mogelijk doet.
Algemene tips
- Eet regelmatig. Streef naar 6 - 8 eetmomenten per dag
- Varieer in keuze, smaak en kleur
- Neem de tijd om iets te eten of te drinken
- Probeer samen met anderen te eten. Dit verhoogt de eetlust
- Maak maaltijden die weinig bereidingstijd nodig hebben of maak gebruik van een maaltijdservice ( bijvoorbeeld Tafeltje dekje). Zij kunnen u (zelfs voor maar een aantal dagen in de week) voorzien van een warme maaltijd
- Zorg voor lichaamsbeweging. Een kleine wandeling in de buitenlucht kan de eetlust bevorderen
Voedings- en variatietips
Hieronder leest u tips om uw voeding energie- en eiwitrijker te maken.
Alle maaltijden
- Gebruik altijd volle melkproducten in plaats van halfvolle, zoals volle (chocolade)melk, volle (vruchten)yoghurt, volle kwark, roomijs.
- Maak royaal gebruik van vet. Onopgeklopte room is makkelijk verteerbaar. Voeg room of margarine toe aan: melk, karnemelk, pap, vla, kwark, yoghurt, vruchtenmoes, aardappelpuree.
Broodmaaltijden
- Vul de broodmaaltijd aan met pap, vla of yoghurt.
- Besmeer het brood dik met boter of (dieet)margarine en gebruik dubbel beleg.
- Vervang de broodmaaltijden eens door een maaltijdsoep (erwtensoep, bruine bonensoep, minestronesoep).Let op: bouillon bevat weinig energie en eiwit. Het kan wel eetlust opwekken, eet deze dan een half uur voor de maaltijd.
- Varieer met verschillende broodsoorten. Denk hierbij aan croissants, roggebrood, rozijnenbrood, (krenten)bolletjes, suikerbrood, crackers, beschuit of toast.
- Een opgewarmd hapje van de vorige dag te gebruiken.
- Maak een tosti.
- Neem eens een snack op de boterham, zoals: gebakken ei, kroket, slaatje, ragout.
Warme maaltijd
- Neem 1 uur vóór de warme maaltijd een goed gevulde soep. Voeg aan gebonden soep extra room toe.
- Maak de gekookte groente, aardappelpuree, stamppot of eenpansgerecht af met een klontje boter, een sausje of geraspte kaas.
- Varieer met vlees in de vorm van ragout of (koude) vleeswaren.
- Neem een ruime portie jus.
- Varieer met aardappels. Wissel af met aardappelpuree, gebakken aardappels, frites, macaroni, spaghetti of rijst.
- Neem extra appelmoes, rabarber, stoofpeertjes of compote bij het eten.
Tussenmaaltijden
Goede keuzes zijn:
- Volle (vruchten)yoghurt of volle vla. Voeg eventueel extra suiker, fruit of vruchtenmoes toe.
- Yoghurt- of dubbeldrank.
- Een cracker of beschuit met boter en (dubbel) beleg.
- Een snee krenten- of rozijnenbrood(bol) of ontbijtkoek met een dikke laag boter.
- Blokjes kaas, plakjes vleeswaren, vette vis (bijv. zalm, haring, makreel of paling), een handje noten, chips en zoutjes.
- Toastjes met bijvoorbeeld brie, roomkaas, filet American, gerookte zalm, paling of salade.