Verlies van een kind tijdens de zwangerschap na 24 weken of rond de bevalling

Voordat het inleiden van de bevalling gebeurt krijgt u het advies om nog enige tijd naar huis te gaan. Zo krijgt u de kans de eerste schok zo goed mogelijk te verwerken in uw eigen omgeving. Ook kunt u dan praktische zaken regelen, zoals uw werkzaamheden buitenshuis of de opvang voor uw andere kinderen.

Voorbereiding thuis

• Voor de verwerking kan het goed zijn uw kind een naam te geven.
• U mag zelf spulletjes meenemen. Bijvoorbeeld kleertjes, een knuffeltje of deken/omslagdoek.
• U mag foto's maken. Neem hiervoor uw eigen mobiel of fotocamera mee. Er is ook een stichting 'Make a memory' die kosteloos prachtige foto's maakt van jullie kind. Wij zullen u hier tijdens de opname op wijzen. U kunt ook contact opnemen en vragen wat de mogelijkheden zijn.
• Wilt u uw kindje begraven of cremeren? Dan kunt u alvast contact opnemen met een uitvaartverzorger.
• Op de afdeling ligt een boek met voorbeelden van kaartjes om uw omgeving op de hoogte brengen van het overlijden van uw kindje.
• De arts zal u vragen om toestemming voor nader onderzoek naar de oorzaak voor het overlijden van uw kind. Tijdens uw opname wordt hier naar gevraagd en meer informatie over gegeven.
• Wilt uw een eigen mandje of kistje meenemen? U kunt er 1 uitzoeken en meenemen. Dit kan uiteraard ook na de bevalling

Opname

U wordt opgenomen op verpleegafdeling A1/Verloskunde. Op deze afdeling liggen zwangeren, barenden en kraamvrouwen met hun kindje. Dit kan confronterend zijn, wij proberen hier rekening mee te houden. U krijgt een eigen kraamsuite of kamer waar u met uw partner kunt verblijven. Er gelden geen bezoektijden. We vinden het belangrijk dat deze suite of kamer een plek is waar u zich veilig voelt en u uw zelf kunt zijn.

Gedurende de opname zal er één verpleegkundige (per dienst) voor u zorgen. Samen met de dienstdoende arts of klinisch verloskundige zijn zij uw vaste aanspreekpunt. Zij geven uitleg over de opname en bevalling. U kunt ten allen tijde vragen stellen of opmerkingen plaatsen.

De bevalling

Als de weeën worden opgewekt gebeurt dit doormiddel van vaginale tabletten, Misoprostol. Na toediening van de eerste tabletten misoprostol zal de bevalling in de meeste gevallen binnen 24 uur plaatsvinden. Dit is echter wel een gemiddelde. Het is ook mogelijk dat het langer duurt. De misoprostol zorgt voor krampen in de baarmoeder. Deze worden heftiger en zijn vergelijkbaar met weeën. De bevalling kan ook ingeleid worden waarbij de vliezen worden gebroken en u een infuus krijgt met oxytocine, een weeënopwekkend hormoon. Uw behandeld arts overlegt met u op welke manier de bevalling bij u ingeleid wordt.

Tijdens de bevalling kunt u pijnstilling krijgen. U wordt dan wel eerst inwendig onderzocht om te kijken hoeveel ontsluiting u heeft. Er zijn verschillende middelen om de pijn te verlichten. Dit kan met een injectie (prik) in het been; dit middel wordt vaak gebruikt om even te kunnen slapen/rusten, en wordt dus gegeven in de begin fase van de bevalling. Een ander middel is remifentanyl; dit krijgt u via het infuus. Dit middel zal de scherpe kantjes van de pijn afnemen en u wordt er ook een beetje slaperig van.

Als laatste mogelijkheid is er nog de ruggenprik. Hierbij wordt het onderste deel van uw lichaam verdoofd, zodat u de weeën nauwelijks meer voelt. De ruggenprik wordt gezet op de operatiekamers door de anesthesist en hiervoor moet u dus even van de afdeling af.
Welke vorm van pijnstilling gegeven wordt is afhankelijk van de fase van de bevalling waarin u in zit. Wanneer u om pijnstilling vraagt wordt met u besproken wat op dat moment de beste manier van pijnstilling is. Het kan namelijk zo zijn dat uw kindje al bijna geboren wordt waardoor pijnstilling niet meer mogelijk is. Daarom adviseren wij u op tijd aan te geven wanneer de pijn te heftig wordt, zodat wij op dat moment wat voor u kunnen regelen.

Wij vinden het belangrijk dat tijdens de bevalling er rust is in een voor u vertrouwde sfeer. De verpleegkundige en dienstdoende arts of klinisch verloskundige zullen bij de bevalling aanwezig zijn. Naast uw partner mag er nog 1 persoon extra bij de bevalling aanwezig zijn.

Nazorg

Als uw kindje wordt geboren krijgt u alle gelegenheid om het rustig te bekijken, aan te raken en vast te houden. Ouders die aarzelen hebben hier achteraf zelden spijt van. Voor de verwerking is het goed uw baby een naam te geven. Om nog meer contact met uw kind te hebben, kunt u uw kindje zelf wassen en aankleden als u dat wilt of erbij zijn als de verpleegkundige dat doet. Ook kunt u zelf voor kleertjes of een omslagdoek of knuffel zorgen. Vervolgens blijft het kindje bij u op de kamer en kan het in een mandje of reiswiegje worden gelegd.

Het ziekenhuis beschikt ook over een mandje. U mag er natuurlijk ook zelf 1 uitzoeken en meenemen naar de afdeling of iets dat u zelf heeft gemaakt. Het mandje van het ziekenhuis kunt u eventueel kortdurend mee naar huis nemen en later terugbrengen.
Wij vinden het belangrijk dat u tastbare herinneringen aan uw kind mee naar huis kunt nemen, zoals het maken van foto's. U bent vrij om zoveel mogelijk foto's te maken. Er kunnen ook hand- en/of voetafdrukjes worden gemaakt. Het kleine handje of voetje wordt gekleurd met vingerverf en op een kaartje gedrukt. Sommige ouders gebruiken dit voor een kaartje of een herinneringsboek.