Menu
Behandelingen

Schoonmakende (sanerende) ooroperatie

Een schoonmakende (sanerende) ooroperatie verricht de KNO-arts bij een acute of bij een chronische middenoorontsteking.

Lees voor

Wanneer een schoonmakende (sanerende) ooroperatie?

  • Als er een bepaald type oorontsteking wordt vastgesteld dat cholesteatoom wordt genoemd. Een cholesteatoom kenmerkt zich door het naar binnen groeien van het trommelvlies en opstapeling van huidcellen en wordt altijd geopereerd.
  • Als een chronische oorontsteking niet of onvoldoende reageert op antibiotica in de vorm van oordruppels of tabletten/suspensie/infuus.
  • Als een acute middenoorontsteking een gecompliceerd beloop heeft (‘mastoiditis’ genoemd) en er onvoldoende resultaat is van behandeling met antibiotica (en eventueel een trommelvliesbuisje).

Waarom opereren?

Bovengenoemde oorontstekingen hebben (op termijn) het risico op ernstige complicaties zoals

  • uitval van het gehoor of evenwicht aangezichtsverlamming
  • hersenvliesontsteking
  • hersenabces
  • ontsteking en thrombosering van een belangrijk afvoerend bloedvat

Het doel van een sanerende ooroperatie is om het oor zodanig schoon te maken dat dit soort complicaties niet kan optreden. Een sanerende ooroperatie heeft niet per se tot doel het gehoor te verbeteren, maar bij het wegblijven van ontsteking en herstel van het trommelvlies is gehoorverbetering in de regel goed mogelijk. De opnameduur in het ziekenhuis is 2 dagen (inclusief de dag van operatie).

Hoe wordt de operatie uitgevoerd?

De ooroperatie is onder algehele narcose. De KNO-arts kiest vaak om een snede (incisie) achter de oorschelp om zo toegang te krijgen tot de gehoorgang, het trommelvlies en het bot achter het oor (het mastoid). Dit is nodig omdat het mastoid vaak betrokken is in de ontsteking. Er wordt naar het gebied van trommelvlies, het middenoor en het mastoid gekeken. Onder de operatiemicroscoop zal de ontsteking worden verwijderd. Hierbij wordt altijd gestreefd naar het behoud van alle belangrijke structuren van het oor, zoals de gehoorbeentjes en de smaakzenuw. Soms zijn ze dusdanig betrokken in de ontsteking dat de het (deels) verwijderd moet worden. Dit zal met name bij een cholesteatoom zijn. Het gehoor kan dan zelfs minder zijn dan voor de operatie.

Ook kan het zijn dat bij een zeer uitgebreid of steeds terugkerend cholesteatoom wordt gekozen voor een zogenaamde ‘radicale’ ooroperatie. Bij dit type operatie worden gehoorgang en mastoid met elkaar verbonden door de achter- en bovenwand van de gehoorgang te verwijderen. Het voordeel van deze operatie is dat het oor en de mastoidholte gecontroleerd en schoongemaakt kunnen worden op de polikliniek. Het nadeel van een radicale ooroperatie is dat de holte zich vaak niet goed zelf kan reinigen, dat koud water en koude wind in het oor kunnen leiden tot evenwichtsklachten en dat de kwaliteit van het gehoor vaak minder is. De keuze voor wel of geen radicale ooroperatie hangt af van vele factoren. Meestal bespreekt uw KNO-arts deze keuze met u, maar het kan zijn dat de bevindingen tijdens de operatie bepalend zijn voor het maken van een keuze.

Omdat tijdens een sanerende ooroperatie microscopische resten cholesteatoom kunnen achterblijven of omdat cholesteatoom kan terugkomen kan het nodig zijn om na 9-12 maanden een tweede operatie te verrichten. Deze ‘second look’ operatie is bedoeld om te controleren of de ontsteking volledig weg is. De operatie wordt op dezelfde manier uitgevoerd als de eerdere operatie. Bij afwezigheid van cholesteatoom kan een gehoorverbeterende operatie worden uitgevoerd. Meestal gebeurt dit door het plaatsen van een (titanium) prothese die de gehoorbeenketen gedeeltelijk of geheel vervangt. De prothesen die worden gebruikt leveren geen problemen op bij eventuele latere MRI scans.

Steeds meer zal een MRI scan in staat zijn om te bepalen of er nog cholesteatoom aanwezig is in het oor. Op termijn wordt dan ook verwacht dat het aantal ‘second look’ operaties zal afnemen.

Wat zijn de risico’s

Aan alle operaties zit een risico. De risico’s van sanerende ooroperaties zijn zeer klein. Mogelijke risico’s zijn: schade aan het binnenoor, soms met complete uitval van het gehoor en evenwicht tot gevolg (1%), schade aan de aangezichtszenuw met aangezichtsverlamming tot gevolg (zeldzaam), schade aan de smaakzenuw met een (meestal tijdelijke) verandering van de smaak als gevolg.

De risico’s van sanerende ooroperaties zijn klein en het risico van het laten voortbestaan van de oorontsteking is vele malen groter.

Na de operatie

Na de operatie zit er een verband rondom het hoofd. Dit verband blijft zitten tot de volgende ochtend. Ondanks het verband is het mogelijk dat er wat bloed of wondvocht langs uit komt. U kunt zich misselijk of duizelig voelen. U kunt medicijnen tegen de misselijkheid krijgen. Ook krijgt u pijnmedicatie. Er is een gaastampon met antibioticumzalf achtergelaten in het oor. Deze ‘tampon’ blijft één week zitten tot aan de eerste controle op de polikliniek. De dag na de operatie wordt het hoofdverband vervangen door een pleister. In de loop van de ochtend mag u naar huis. U krijgt pleisters mee naar huis.

Na 1 week worden op de polikliniek de hechtingen en de tampon verwijderd. Verdere controles vinden plaats na 1 maand, na 3 maanden en na 1 jaar. De afspraken na 3 maanden en 1 jaar zijn inclusief gehoormeting. Afhankelijk van de bevindingen is een heroperatie met eventueel herstel van de gehoorbeenketen noodzakelijk na 1 jaar.

Wat kan en mag de eerste weken?

We rekenen gemiddeld op 1 week rust thuis (dus geen school en werk). De wondgenezing duurt zo’n 6 weken. Het is heel belangrijk dat er geen grote druk bij het oor ontstaat. Dat wil zeggen: fysiek zware sporten (voetbal, fitness), zwemmen, zware lichamelijke arbeid (met veel tillen) en vliegen kunnen het beste 6 weken worden vermeden. Nies met een open mond en snuit de neus niet. Ook het oor moet zo droog mogelijk blijven. was tot aan het verwijderen van de hechtingen geen haren. Ook daarna mag er geen water in de gehoorgang komen. Dit kan bijvoorbeeld door het plaatsen van een plastic bekertje op het oor. Gebruik geen watjes of oordoppen, omdat er druk wordt uitgeoefend op het operatiegebied.

Tijdens de controles op de polikliniek wordt het oor bekeken hoe het gaat met de wondgenezing en kunnen de ‘leefregels’ worden aangepast in overleg met uw KNO arts.

Na de operatie

De eerste dagen (tot zelfs 2 weken) kan er wat bloederig vocht uit het oor lekken. Dit is volkomen normaal. Het gehoor zal dof zijn en soms borrelt het in het oor. Dit komt omdat de gehoorgang is afgesloten met een gaastampon. Door zwelling rondom het oor kan ook het kauwen wat moeilijker gaan of pijnlijk zijn. Dit verdwijnt vanzelf.

Het oor kan de eerste weken wat afstaan door de zwelling achter het oor. Dit is onderdeel van de normale wondgenezing en de stand van de oorschelp zal vanzelf weer normaal worden. De hechtingen achter het oor worden na 1 week verwijderd. Daarna mogen de haren weer gewassen worden. De gehoorgang moet echter droog blijven.

Wanneer contact opnemen?

  • Bij het ontstaan van koorts (rectaal gemeten lichaamstemperatuur van 38 graden celsius en hoger)
  • Indien er een grote/gespannen zwelling achter het oor zichtbaar is
  • Bij hevige duizeligheid met misselijkheid en braken
  • Indien er veel helderrood bloedverlies is waarbij de pleister na enkele minuten weer vervangen moet worden.

Download de folder