Menu
Behandelingen

Pacemaker en ICD

Wanneer iemand een te traag hartritme (bradycardie) heeft of een hartstilstand (asystolie) heeft gehad, dan kan een pacemaker (pulsgenerator) worden geïmplanteerd. Het hart en de pacemaker zijn middels elektroden (leads) met elkaar verbonden. Wanneer het hart stil komt te staan of veel te traag en vaak onregelmatig klopt, geeft de pacemaker een elektrische prikkel (impuls) af. Hiermee wordt het normale hartritme hersteld.

Afdeling(en)

Hoe kom ik er?

Route 79
Lees voor

Waarom een pacemaker of ICD?

Als er een hartritmestoornis is geregistreerd, kan dit soms met een pacemaker of ICD worden gecorrigeerd. Met name die ritmestoornissen die trage hartslagen veroorzaken, worden behandeld met een pacemaker. De pacemaker geeft, indien nodig, een klein stroompje af waardoor de hartspier samentrekt, waardoor het hart met voldoende tempo blijft pompen.

Wat is een pacemaker?

Een pacemaker is een klein glad metalen doosje met daaraan vastgekoppeld 1, 2 of 3 leads (de pacemakerelektroden). Een batterij zorgt ervoor dat de pacemaker jarenlang een elektrisch prikkel kan afgeven. De computer in de pacemaker bepaalt wanneer de pacemaker in moet vallen en slaat gegevens op. De levensduur van de batterij is van veel factoren afhankelijk, en varieert tussen de 5 en 10 jaar.

Wat is een ICD?

Een ICD, ook wel kortweg defibrillator genoemd, is een apparaat dat door middel van één of meerdere elektrische schokken een einde maakt aan een te snel hartritme (tachycardie of fibrilleren). Het apparaat is kleiner dan een spel kaarten en weegt ongeveer 115 gram of minder.

De implantatie van een ICD (defibrillator) gebeurt meestal onder lokale verdoving, maar soms onder volledige narcose. Meestal wordt het apparaat onder het sleutelbeen geïmplanteerd. Via de sleutelbeenader en de grote holle ader wordt de electrode naar het hart geschoven. Tegenwoordig wordt echter ook vaak voor implantatie onder de linker oksel gekozen, met een electrode die onder de huid richting het borstbeen loopt. De levensduur van de batterij is ook hier van veel factoren afhankelijk, en varieert tussen de 4 en 8 jaar.

Pacemakerimplantatie

De implantatie van de pacemaker is een kleine operatieve ingreep onder locale verdoving waarvoor u enkele dagen wordt opgenomen in het ziekenhuis. Tijdens de implantatie wordt door de cardioloog via een bloedvat in de linker- of rechterborst gebied (net onder het sleutelbeen), één, twee of drie draden in het hart gelegd. Daarna wordt de pacemaker onder de huid ingebracht en worden de elektrode(n) hierop aangesloten. Hierna wordt de wond gesloten. Afhankelijk van uw ritmestoornis/ziektebeeld wordt een pacemaker met één, twee of drie elektroden geïmplanteerd.

Pacemaker en ICD controle

Na de implantatie moet de pacemaker of ICD door de pacemaker / ICD technicus regelmatig op zijn functie worden gecontroleerd. Bij deze controle wordt een ecg apparaat aangesloten en wordt er een antenne bovenop de pacemaker of ICD gelegd. Hiermee is de technicus in staat om contact te maken met de computer in het implantaat. Op deze manier kan het functioneren van de pacemaker/ICD met zijn electrode(n) worden gecontroleerd.

De moderne pacemakers en ICD’s verzamelen ook veel gegevens over de mate waarin het apparaat in de voorliggende periode heeft moeten werken en over de aanwezigheid van eventuele ritme stoornissen die het hart ritme verstoren. Een controle duurt ongeveer 30 minuten.

De 1e controle vindt de dag na implantatie plaats. Ongeveer 6 weken later volgt de 2e controle. Doorgaans hoeft u niet vaker dan 2 of 3 x per jaar voor een controle te komen.

ICD’s worden in het Deventer ziekenhuis gecontroleerd in nauwe samenwerking met de Isalaklinieken in Zwolle. Implantatie en eventuele verwisselingen van een ICD gebeurt tot op heden in Zwolle.