Niet-operatieve behandeling van heupartrose
Heupartrose, of slijtage van het heupgewricht, kan leiden tot een heupvervangende operatie. Maar dat hoeft niet altijd. Zeker in een vroeg stadium zijn er verschillende niet-operatieve behandelingen mogelijk.
Wat is de niet-operatieve behandeling van heupartrose?
De orthopedisch chirurg zal uw klachten met u bespreken en een behandeling aanbevelen die voor u op dat moment het beste resultaat zal geven.
Zo zijn er maatregelen als fysiotherapie, afvallen, minder intensieve activiteiten bij het werk of in de sport, het gebruik van een wandelstok en pijnstillende medicijnen die uw klachten van artrose kunnen beperken. Ook zijn er medicijnen zoals glucosaminesulfaat (standaarddosering 1500 mg per dag), vaak gecombineerd met chondroïtinesulfaat (standaarddosering 500 mg per dag) die volgens studies een zekere mate van herstel van het artrotische kraakbeen kunnen bewerkstelligen, met name in de beginfase. Na 3 maanden moet u hiermee verbetering merken, anders is voortzetten niet zinvol.
In beginstadia kan een injectie met corticosteroïden zinvol zijn. Zeker bij twijfel over de diagnose (bijvoorbeeld bij combinatieklachten van heup en rug) kan door het (tijdelijk) effect van een injectie beoordeeld worden of de heupslijtage de oorzaak van de klachten is. Omdat het heupgewricht zich in de lies onder de grote bloedvaten naar het been bevindt, wordt in ons ziekenhuis uit voorzorg de injectie gegeven onder röntgencontrole door een radioloog, zodat vervelende complicaties voorkomen worden.
Wanneer de pijn onacceptabel wordt en pijnbestrijding en andere mogelijkheden niet meer voldoen is een totale heupvervangende operatie een goede en veel toegepaste oplossing. In een klein aantal gevallen zal een ander soort operatie nog een tijdelijke uitkomst kunnen bieden.