Neuscorrectie

Uitwendige neuscorrectie

Bij een uitwendige neuscorrectie verandert de arts de vorm van de neus. Zij maakt de neus bijvoorbeeld kleiner of haalt een bochel uit de neus. Artsen noemen deze operatie ook wel rhinoplastiek. Een uitwendige neuscorrectie kan worden gedaan door een keel-, neus- en oorarts of door een plastisch cirurg. Meestal maakt een medisch fotograaf van tevoren foto's van alle kanten van uw neus. De chirurg bekijkt de foto's samen met u en bespreekt met u wat u wilt veranderen. Bij de meeste mensen gebeurt de neuscorrectie onder narcose. Bij sommige kleine ingrepen kan het onder plaatselijke verdoving. De arts opereert meestal via de binnenkant van de neus. U krijgt dan geen zichtbare littekens. Na een ingrijpende operatie moet u een paar dagen in het ziekenhuis blijven. Na de operatie krijgt u tampons in uw neus. De arts zet de neus vast met pleisters. Over uw neus krijgt u een kapje van gips, kunststof of metaal. Dit kapje moet minimaal een week blijven zitten. De botstukken en het weefsel kunnen zo goed aan elkaar groeien.

Inwendige en uitwendige neuscorrectie

Soms is de neusfunctie niet alleen gestoord door een afwijkend tussenschot, maar ook door een abnormale vorm van de buitenkant van de neus. Dit laatste heeft dan ook invloed op het uiterlijk. Vaak is het in zo’n geval mogelijk om in één operatie niet alleen de functie te herstellen, maar ook het uiterlijk te verbeteren. Ook deze operatie – die natuurlijk wat uitgebreider is dan de septumcorrectie – wordt in het algemeen van binnenuit verricht. Er zullen dus geen sneden gemaakt worden op – aan de buitenkant – zichtbare plaatsen en er zullen geen zichtbare littekens achterblijven. Wanneer dit wel noodzakelijk is, dan wordt dat met u besproken. In de regel betreft het dan zeer kleine littekentjes, die later niet of nauwelijks zichtbaar zullen zijn.

Rechtzetten neustussenschot

Het rechtzetten van het neustussenschot heet ook wel septumcorrectie. Voor deze operatie blijft u een of enkele dagen in het ziekenhuis. De operatie gebeurt onder plaatselijke verdoving of onder narcose. Bij een plaatselijke verdoving krijgt u druppels in uw neus. De keel-, neus- en oorarts opereert via een kleine snee aan de binnenkant van de neus. Zij verwijdert een deel van het tussenschot of maakt de scheef gegroeide delen los en zet ze recht. Om alles goed op de plaats te houden, krijgt u twee tampons in uw neus. Het slijmvlies, kraakbeen en bot kunnen zo weer vastgroeien. Ter ondersteuning krijgt u pleisters aan de buitenkant van de neus. Na enkele dagen gaat u terug naar het ziekenhuis om de tampons en de pleisters weg te laten halen.

Vergoeding van een neuscorrectie

U krijgt een neuscorrectie alleen vergoed als u een medische indicatie hebt van uw behandelend arts. Wanneer hebt u kans op een medische indicatie?

• U hebt veel lichamelijke klachten.
• U bent verminkt geraakt, bijvoorbeeld door een ongeluk of mishandeling.
• U hebt een aangeboren misvorming.

Vraag het na bij uw verzekeraar of kijk in de voorwaarden van uw zorgverzekering.