Melanoom
De behandeling van een melanoom bestaat uit een re-excisie en eventueel een schildwachtklierprocedure. Soms wordt een patiënt verwezen naar een gespecialiseerd melanoomcentrum voor verdere behandeling.
Hoe gaat de behandeling van een melanoom?
Re-excisie
Nadat de diagnose “melanoom” is gesteld volgt een chirurgische nabehandeling afhankelijk van de dikte van het melanoom. De chirurg omsnijdt het litteken, dit noemen we een re-excisie. Dit gebeurt onder lokale verdoving of narcose.
Schildwachtklierprocedure
Een melanoom kan uitzaaien. Op basis van de kenmerken van het melanoom kan er vervolgonderzoek nodig zijn naar eventuele uitzaaiingen in de lymfklieren. De lymfklier waar als eerste een uitzaaiing wordt verwacht, noemen we de schildwachtklier.
Risico's en bijwerkingen
Zoals bij iedere ingreep, kunnen ook bij de behandeling van een melanoom complicaties optreden. Gelukkig komen deze niet vaak voor en kunnen ze meestal verholpen of behandeld worden. Mogelijke complicaties zijn een nabloeding of infectie.
Nazorg
Bij de controleafspraak worden uw eventuele hechtingen verwijderd. U krijgt dan ook de uitslag van het opgestuurde stukje weefsel. Als de hechtingen verwijderd zijn, raden wij u aan om de wond in te smeren met een vette crème, zodat het litteken soepel wordt. Het duurt een jaar voordat het litteken zijn definitieve vorm heeft gekregen. Of u onder controle blijft hangt af van de definitieve pathologie.