Mechanische trombectomie bij een dichtzittende dialyseshunt

De radioloog voert de behandeling uit en wordt geassisteerd door twee laboranten. U neemt plaats op de röntgentafel. Uw shuntarm ligt opzij. Deze wordt gedesinfecteerd en afgedekt met een steriele doek. Vervolgens geeft de radioloog een prik voor de plaatselijke verdoving.

De shunt wordt aangeprikt met een holle naald. Daarna worden er 2 plastic buisjes, sheaths, ingebracht. Via de sheath wordt een katheter met daarin een opgevouwen “draadkorfje”. Als het “draadkorfje” op zijn plaats zit, wordt deze uitgevouwen, zodat het tegen de wand van de shunt kan komen. Deze wordt al draaiende teruggetrokken, zodat er deels stolsels verpulverd worden en deels stolsels meegenomen worden in het “draadkorfje” naar buiten. Dit wordt een aantal keren herhaald tot de shunt weer open is.

Na het verwijderen van de stolsels zijn er in de shunt vaak nog plaatsen die wat nauwer zijn. Tijdens een mechanische trombectomie wordt daarom ook altijd gedotterd. Bij een dotter wordt er met behulp van een katheter (dun slangetje) met aan het uiteinde een ballonnetje geprobeerd om de nauwe plaats in de shunt op te heffen. Het opblazen van het ballonnetje kan pijnlijk zijn. Maar op het moment dat deze leeg loopt, verdwijnt dit gevoel direct. De katheter blijft in de shunt zitten. Er worden controlefoto’s met contrastvloeistof gemaakt om het resultaat te bekijken.

Risico's en bijwerkingen

Bij een mechanische trombectomie en dotter kunnen soms complicaties ontstaan, zoals een scheurtje van het bloedvat. Dit geeft een blauwe plek en verdwijnt weer vanzelf.

De uitslag

De radioloog vertelt u direct na het onderzoek het resultaat van de behandeling.

Nazorg

Na de behandeling gaat u naar de Dialyseafdeling en wordt u via de sheaths gedialyseerd. De nefroloog beslist hoe lang u moet dialyseren. Daarna worden de sheaths verwijderd.