Mallet finger
Deze aandoening kan in principe goed worden behandeld met een spalkje (mallet spalk). Deze spalk zorgt ervoor dat het eindgewricht in een overstrekte stand staat. Op deze manier kunnen de peesuiteinden weer aan elkaar groeien.
Behandeling
De arts behandelt een mallet finger met een spalk. De spalk houdt uw vinger gestrekt. Het is belangrijk dat een arts de spalk aanlegt, want hij moet goed zitten. U zult hem minstens vier weken moeten dragen. U kunt de spalk zelf weghalen. Daarna kan de vinger wat stijf zijn. Dan moet u een tijdje oefeningen met de vinger doen.
Blijft de vinger zelfs met een spalk niet goed recht staan, dan zet de arts tijdelijk een metalen pin in de vinger. Deze moet ongeveer zes weken blijven zitten. Daarna haalt de arts de pin er weer uit. Het kan zijn dat u nog een paar maanden fysiotherapie en/of een spalk nodig hebt.
In de volgende situaties is een operatie nodig:
- De mallet finger komt door een diepe snee, waarbij de pees is doorgesneden.
- Spalken kan niet, bijvoorbeeld door een overgevoelige huid.
- De spalkbehandeling helpt niet genoeg.
Ook na de behandeling blijft een mallet finger meestal wat stijver dan uw andere vingers.