Knieschijf (patellofemorale) artrose
Het merendeel van de patiënten met geïsoleerde (patellofemorale) artrose kan zonder operatie goed behandeld worden. Bij aanhoudend invaliderende pijnklachten kan operatieve behandeling worden overwogen.
Behandeling zonder operatie
Belangrijk is dat u in beweging blijft, omdat de kracht en de coördinatie (=samenwerking) van de spieren in het bovenbeen snel achteruit gaan. Als er namelijk minder kracht in het bovenbeen zit dan wordt de knie kwetsbaar, en dit kan leiden tot meer klachten. Dat is de reden dat eigenlijk altijd als eerste gestart wordt met fysiotherapie. Veel mensen merken dat bij gebruik van een kniebrace er minder pijnklachten zijn, en dat de kniebrace meer vertrouwen in de knie geeft. Een kniebrace is een elastische band, vaak met een uitsparing aan de voorzijde waar de knieschijf zit.
Als de knie dik wordt door irritatie van het gewrichtsslijmvlies, dan kan overwogen worden om een injectie in de knie te geven met een ontstekingsremmend medicijn. Dit zal er voor zorgen dat de knie weer slank wordt, en dat ook de pijnklachten minder worden. Zo’n injectie is echter zeker geen definitieve oplossing, en moet nog wel eens herhaald worden. Helaas is er nog geen behandeling voorhanden die het kraakbeen weer laat aangroeien.
Behandeling met operatie
Als de pijnklachten zodanig zijn dat u ernstig beperkt wordt in uw activiteiten, en u hebt reeds fysiotherapie, een brace en/of injecties geprobeerd, dan kan een operatie mogelijk uitkomst bieden. Het doen van een kijkoperatie is over het algemeen niet zinvol. Tenslotte kan een kijkoperatie het kraakbeen niet herstellen.
Als het kraakbeen helemaal weg is, en op een gewone röntgenfoto het bot van de knieschijf helemaal tegen het bot van het bovenbeen aankomt, spreken we van bot-bot contact. In dit geval kan een patellofemorale prothese geplaatst worden. Als er echter nog ruimte tussen het bot van de knieschijf en het bot van het bovenbeen zichtbaar is, dan adviseren wij om nog geen prothese te plaatsen, omdat bekend is dat de kans op aanhouden van pijnklachten (en teleurstelling!) na de operatie groot is.
Bij het ontbreken van dit bot-bot contact kan soms worden overwogen de stand van de knieschijf te veranderen (bij een afwijkende stand van de knieschijf), of om een rand van de knieschijf te verwijderen (een zogenaamde laterale facetectomie).
De patellofemorale prothese
Bij slijtage van alleen het knieschijfgewricht kan het gewricht vervangen worden door een patellofemorale prothese te plaatsen. Daarbij wordt de glijgoot op het bovenbeen vervangen door een metalen prothese. De achterzijde van de knieschijf wordt glad gemaakt en voorzien van een kunststof schijf. Wij gebruiken in het Deventer Ziekenhuis de Zimmer-prothese.
Meer informatie?
Resultaat
De lange termijn resultaten van patellofemorale protheses zijn goed. Omdat alleen het patellofemorale gewricht vervangen wordt en het gewricht tussen boven- en onderbeen ongemoeid blijft, is er uiteraard een kans dat in de toekomst plaatsing van een totale knieprothese noodzakelijk is. Recent verricht wetenschappelijk onderzoek in Deventer laat zien dat de kans hierop ongeveer 13% bedraagt na 12 jaar.