Haarnestcyste - operatieve behandeling

U wordt in een bed door een verpleegkundige naar de operatie kamer gebracht. Op de operatiekamer scheert de operatie-assistent het wondgebied, mocht dat nodig zijn. De anesthesioloog past de verdoving toe zoals met u is besproken tijdens de preoperative screening. Hierna gaat u op uw buik liggen. De specialist maakt een snede en verwijdert de haarnestcyste. Afhankelijk van de grootte sluit de specialist de wond of hij besluit hem open te laten. Dat is afhankelijk van hoe groot de cyste is en hoe erg de ontsteking is. Als de wond wordt gesloten gebruikt de specialist (oplosbare) hechtingen. De wond wordt afgedekt met een gaasje.

Risico's en bijwerkingen

Geen enkele operatie is zonder risico’s. Zo is ook bij deze operatie de normale kans op complicaties aanwezig, zoals nabloeding of een wondinfectie.

De uitslag

De zaalarts bespreekt met u hoe de operatie is verlopen. Hij of zij werkt nauw samen met uw behandelend specialist.

Nazorg

Na de operatie gaat u naar de uitslaapkamer, waar gespecialiseerde verpleegkundigen u goed in de gaten houden. Als u genoeg hersteld bent, kunt u terug naar de afdeling. U kunt last hebben van pijn aan de wond. De anesthesioloog zorgt voor pijnstilling. Als uw specialist de wond open heeft gelaten, kan er wondvocht “nalekken”. Het vocht ziet er vaak wat bloederig uit. Dit is normaal. Het openlaten van de wond heeft als voordeel dat wondinfectie nauwelijks voorkomt. Het duurt wel enige tijd voordat de wond is genezen. Hoelang precies is niet te zeggen, dat is bij iedereen anders.

Controle

Uw verpleegkundige geeft u na de operatie een afspraak mee voor de eerste controle. U komt na de operatie regelmatig naar de polikliniek Heelkunde om te laten controleren of de wond goed geneest.