Blaastumor bestraling (brachytherapie)
Brachytherapie is een onderdeel van de radiotherapie waarbij de stralingsbron zo dicht mogelijk bij de kankercellen wordt gebracht om zo de celgroei te stoppen. Het is een zeer precieze techniek die ervoor zorgt dat er zo weinig mogelijk gezonde cellen worden beschadigd.
Hoe gaat blaastumor bestraling (brachytherapie)?
De verpleegkundige brengt u in uw bed naar de operatieafdeling. De anesthesioloog dient uw verdoving toe, zoals afgesproken tijdens de preoperatieve screening. Een radiotherapeut en uroloog doen samen de bestraling. Zij brengen 2 tot 4 dunne flexibele buisjes in, op de plaats van de tumor in de wand van de blaas. Hiervoor wordt de blaas via de buikwand geopend. De buisjes steken na de behandeling door de buikwand naar buiten. Tijdens de bestraling plaatst de uroloog een verblijfskatheter in de blaas. Ook wordt een slangetje (wonddrain) geplaatst om overtollig vocht en bloed af te voeren. Daarnaast krijgt u een infuus voor extra vocht en eventueel medicijnen tegen een ontsteking.
Risico's en bijwerkingen
Doordat de blaas open is geweest, bestaat een kleine kans dat deze lekkage geeft na de ingreep. Om dit te voorkomen heeft u het grootste deel van de opname een katheter in de blaas, zodat deze de kans heeft te herstellen.
Duur
De behandeling met de radioactieve bronnen duurt gemiddeld 3 à 4 dagen. U moet er rekening mee houden dat de opname 10 tot 14 dagen zal duren.
Nazorg
In de urine kan de eerste tijd na de bestraling bloed zitten, schrik daar niet van, dit hoort er bij. Dit komt doordat de inwendige wond nog niet geheel genezen is. Dit kan tot 6 weken na de operatie voorkomen.
- Het is belangrijk dat u ruim drinkt (geen alcohol i.v.m. bloedverdunnende werking) van minstens 2 liter per dag. Dit is goed voor de doorspoeling van de blaas en om te voorkomen dat er zich bloedstolseltjes kunnen vormen.
- Het werk kan hervat worden na 2 weken, tenzij u zwaar lichamelijke arbeid verricht. Overleg dan even met de uroloog.