Blaastraining (flowmiddag)
Zindelijk worden is een leerproces dat meestal vanzelf gaat. Als een kind, ouder dan 5 jaar, nog geregeld nat is en/of steeds blaasontsteking heeft, is (medisch) onderzoek nodig. Vaak kan een blaastraining helpen om de klachten op te lossen of te verminderen.
Hoe gaat blaastraining?
Voor de blaastraining komt u samen met uw kind een middag in het ziekenhuis. Oudere kinderen mogen eventueel alleen komen. Het doel van de middag is plasgegevens (flow) verzamelen voor een snelle diagnose.
Met een echo wordt gekeken of de blaas volledig leeg is. Het zogenaamde residu wordt gemeten, dit is de hoeveelheid urine die achterblijft na het plassen. Deze uitslag wordt direct besproken. Met al deze gegevens kan een diagnose worden gesteld. Meestal wordt er gestart met een training of volgen er adviezen over de juiste manier van plassen, afhankelijk van de leeftijd en trainbaarheid van uw kind. Uw kind kan ook verwezen worden voor verder onderzoek.
Nazorg
Na de flowmiddag gaat uw kind thuis verder trainen. Tussendoor wordt uw kind gebeld om te horen hoe het gaat. Van uw kind wordt veel inzet, concentratie, motivatie en doorzettingsvermogen gevraagd. Uw kind is aan het leren en dat kost tijd. Uw ondersteuning is zeer belangrijk. Vooral als het even niet helemaal lukt. Uw hulp en aanmoediging is dan van groot belang. Ook als het goed gaat, hoort uw kind dat graag. Dit stimuleert om door te gaan.
Duur
De training duurt enkele maanden. Na 4 tot 6 weken komt uw kind terug op de polikliniek om nogmaals een flow te plassen en voortgang van de training te bespreken.