Behandeling van nierinsufficientie
Veel nierziekten leiden ertoe dat de nierfunctie geleidelijk achteruitgaat. We noemen dit chronische nierinsufficientie. De oorzaak kan dan niet meer worden behandeld, maar de snelheid waarmee de nierfunctie achteruitgaat, kan wel worden vertraagd.
Wat is de behandeling van nierinsufficientie?
Chronische nierziekten kennen 5 stadia.
Stadium 1 en 2
Stadium 1 en 2 zijn de lichtste vormen, waarbij de werking van de nieren nog (vrijwel) normaal is. Meestal kan dit door de huisarts worden behandeld.
Stadium 3
Stadium 3 kenmerkt zich door een matig verminderde nierwerking. Het is hier van belang om te weten wat het risico op verdere achteruitgang is. Is dit risico laag, dan kan meestal de huisarts u controleren, bij hoog risico op verdere achteruitgang wordt de controle door de nefroloog gedaan.
Stadium 4
Bij stadium 4 is verdere achteruitgang van de nierwerking meestal niet te voorkomen en moeten er voorbereidingen worden getroffen voor dialyse of transplantatie. Dit gebeurt in Deventer op de polikliniek predialyse.
Stadium 5
In stadium 5 wordt u gedialyseerd of getransplanteerd. De dialysebehandeling vindt plaats in Deventer, voor transplantatie wordt u, na in Deventer te zijn voorbereid, verwezen naar het academisch ziekenhuis in Groningen of Nijmegen.
Vanaf 1 jaar na transplantatie worden de controles weer in Deventer gedaan.