Artrose hand - behandeling
Artrose kan op verschillende manieren ontstaan. Meestal is de oorzaak natuurlijke slijtage bij het ouder worden. Een andere oorzaak is overbelasting of herhaalde blessures door bijvoorbeeld sporten of bepaald werk. Tenslotte kan het ook ontstaan door beschadiging van een gewricht na een breuk (posttraumatische artrose).
Wat is de behandeling?
Zonder operatie
We beginnen meestal met niet-operatieve behandelmethoden. De precieze behandeling is afhankelijk van de klachten, welke gewrichten in de hand aangedaan zijn en uw wensen. In overleg met de handchirurg of de handtherapeut kan gekozen worden voor ontstekingsremmende pijnstillers, kleine spalkjes, oefentherapie of aanpassingen die het u makkelijker maken bepaalde handelingen uit te voeren. Er is veel mogelijk op dit gebied! Als al deze middelen uiteindelijk niet (meer) voldoende helpen, kunt u voor een operatie kiezen.
Met operatie
Hierbij zijn twee behandelmethoden te onderscheiden:
- Arthrodese (vastzetten): Door een aangetast gewricht vast te zetten wordt het pijnlijke bewegen voorkomen. Een vinger of pols wordt hierdoor weer beter belastbaar.
- Gewrichtsvervanging: Dit kan met een kunstgewricht van metaal en/of kunststof. Na een dergelijke ingreep kan het gewricht nog wel worden bewogen. Omdat het aangedane gewricht is vervangen is de pijn van de artrose hiermee weggehaald. Voorwaarde voor het uit kunnen voeren van dit type operatie is een goede uitgangsbeweeglijkheid van het pijnlijke gewricht en goede stabiliteit van het gewrichtskapsel.
Bij artrose van de duimbasis zijn verschillende operaties mogelijk. Dit is afhankelijk van de uitgebreidheid van de slijtage. Doorgaans wordt gekozen voor verwijderen van het trapezium (het belangrijkste aangedane botje dat voor pijn zorgt bij deze vorm van gewrichtsslijtage) al dan niet in combinatie met stabilisatie van het duimbasisbotje met een stukje pees.
Deze operaties komen ter sprake wanneer alle andere oplossingen onvoldoende resultaat hebben gehad. De totale herstelperiode na operatie en onder begeleiding van een handtherapeut, bedraagt gemiddeld drie tot zes maanden.