Analiste Mirjam Bosscher

Het onderdeel medische microbiologie van het Laboratorium voor Medische Microbiologie en Infectiepreventie (LMMI) doet onderzoek naar ziekteverwekkers. Dat is onder meer onderzoek naar bacteriën die infecties veroorzaken en in lichaamsmateriaal zitten als bloed, oorsmeer, opgehoest slijm, urine of ontlasting.

Mirjam Bosscher: Dit materiaal zetten we “op kweek”. Hiervoor maken we gebruik van voedingsbodems met voedingsstoffen voor bacteriën, zoals vitamines en mineralen. De kweken zetten we in een stoof met een optimale temperatuur voor bacteriën om te groeien en laten dit minimaal 1 nacht staan. Als er bacteriën in het materiaal aanwezig zijn dan hebben ze voldoende kunnen groeien en is dit de volgende dag zichtbaar op de voedingsbodems. Daarmee staat vast dat er een infectie is. Als we dan hebben bepaald om wat voor bacterie het gaat, kan de arts starten met een behandeling, meestal een antibioticakuur.’ Ter illustratie laat Bosscher twee petrischaaltjes zien waarin gekweekte bacteriën zitten. ‘Afhankelijk van waar de bacteriën vandaan komen verwacht je een ander soort bacteriën. Iemand met een longontsteking draagt andere bacteriën bij zich dan iemand met een urineweginfectie’, vertelt analiste Mirjam Bosscher enthousiast over haar vak. 'We hebben verschillende methodes om de bacteriën te determineren en om een antibiogram te bepalen. Dit gebeurt veelal met moderne apparatuur.'

Ziekte van Lyme

Naast het bacteriologisch onderzoek voert het LMMI serologisch onderzoek uit. Bosscher is een van de analisten die dat doet. ‘We onderzoeken, bijvoorbeeld naar aanleiding van een vraag van een arts, bloedserum van een patiënt op de aanwezigheid van antistoffen die bijvoorbeeld duiden op de ziekte van Lyme. Of een gynaecoloog vraagt ons om bloedserum van een zwangere vrouw te onderzoeken op de aanwezigheid van antistoffen tegen waterpokken.’ Ook doet het LMMI onderzoek naar schimmels, zoals bijvoorbeeld aan nagels of in longspoelingen. Patiënten die een slecht immuunsysteem hebben zijn vatbaar voor zogenaamde opportunistische schimmelinfecties. Met behulp van een kweek gericht op schimmels kunnen deze pathogenen geïdentificeerd worden en kan de patiënt de juiste behandeling krijgen.

Ten slotte, verricht het LMMI parasitologisch onderzoek. Bosscher: ‘Hierbij onderzoeken we de ontlasting op de aanwezigheid van parasieten zoals wormen, wormeieren of cysten.’ Alle uitslagen worden door een arts-microbioloog, via het Laboratorium Informatie Systeem, doorgegeven aan de aanvrager van het onderzoek. Bij bacteriologisch onderzoek duurt dat gemiddeld drie dagen. Van de serologische onderzoeken zijn de meeste uitslagen binnen één dag bekend.