Ooraandoeningen
De eventuele behandeling van uw gehoorverlies hangt sterk af van de ernst en de oorzaak van uw gehoorverlies.
Uitwendige gehoorgang
-
Een pre auriculaire sinus is een klein gaatje vlak voor het oor. Soms zit er een gaatje aan beide kanten. Het is een aangeboren afwijking en komt bij meer mensen voor. Bij klachten kan het gaatje met een operatie worden verwijderd.
Vanaf de geboorte aanwezig
Een preauriculaire sinus ziet er uit als een klein gaatje voor het oor en is vanaf de geboorte aanwezig. Vanaf het gaatje loopt een kanaaltje de diepte in. Het is een restant van een embryonale kieuwboog die niet helemaal gesloten is in een vroege embryonale fase, zoals normaal wel gebeurt. Meestal veroorzaakt het geen klachten. De sinus kan echter gaan infecteren met vorming van een groeiende cyste of een abces. Wanneer de sinus onrustig is, kan deze worden verwijderd.
Middenoor
-
Otitis media acuta (OMA) is een ontsteking van het middenoor met ophoping van vocht in het middenoor en klachten en tekenen van een acute infectie. Als er geen aanwijzingen zijn van een acute infectie, maar wel van vochtophoping, dan is sprake van otitis media met effusie (OME).
Wat wordt verstaan onder otitis media met effusie (OME)?
OME komt vaak voor. Zo’n 80% van de kinderen heeft één of meer episoden in de eerste 4 levensjaren. Het vaakst wordt OME gevonden rond de leeftijd van 1 jaar. Na het zesde levensjaar daalt de incidentie. Op de volwassen leeftijd komt OME zelden voor.
Hoe ontstaat het?
Over het algemeen zijn dezelfde factoren betrokken als beschreven onder otitis media. Ook kan OME een restverschijnsel zijn van een acute middenoorontsteking.
Hoe wordt het behandeld?
Vanwege het gunstige natuurlijk beloop kan besloten worden om af te wachten. Voor de meeste kinderen die in onze praktijk worden gezien geldt dat de huisarts dit al enige tijd heeft gedaan. In het Deventer Ziekenhuis worden bij persisterende OME de volgende opties besproken plaatsen trommelvliesbuisje, met of zonder verwijderen van de neusamandel (adenotomie).
Een trommelvliesbuisje zal leiden tot verbetering van het gehoor. Dit effect houdt 6 tot 9 maanden aan. Er zijn ook nadelen van buisjes. Er worden vaak episodes met looporen gezien en er kan littekenweefsel of een perforatie in het trommelvlies ontstaan. Dit laatste wordt gezien bij ongeveer 2% van de kinderen met buisjes (zie ook faq Trommelvliesbuisjes). Nadelen van adenotomie zijn het risico op een nabloeding (0.2%) en het niet goed kunnen afsluiten van het gehemelte bij spreken of drinken (2.4%). Dit laatste is over het algemeen van tijdelijke aard.
Het advies van uw KNO-arts zal afhangen van de mate en de duur van het gehoorverlies en de eventuele klachten afkomstig van een ontstoken of vergrote neusamandel.
Behandelingen voor OME waarvoor tot nu toe geen bewijs is voor effectiviteit zijn logopedie, pneumococcenvaccinatie, antibiotica, neussprays, anti-allergische medicatie, tonsillectomie en ‘doorprikken’ van het trommelvlies (paracentese).Hoe wordt de diagnose gesteld?
De combinatie van beoordeling van het trommelvlies door de KNO-arts met het microscoop en een drukmeting (tympanogram) d.m.v. een dopje in de gehoorgang is het meest betrouwbaar gebleken voor het stellen van de diagnose OME. De KNO-arts ziet vocht achter het trommelvlies en bij de drukmeting wordt vastgesteld dat het trommelvlies niet of onvoldoende kan bewegen.
Om de mate van gehoorverlies te bepalen dient gehooronderzoek te worden gedaan. Bij kinderen van 0.5-2 jr gebeurt dit met een apart onderzoek uitgevoerd door het audiologisch centrum (vrije veldmeting of observatie-audiometrie) en bij kinderen vanaf 4 jaar kan dezelfde gehoortest worden gedaan als bij volwassenen. Bij kinderen van 2-4 jaar zal individueel worden beoordeeld welk onderzoek het meest geschikt is.
Wat zijn de verschijnselen?
Indien er vocht aanwezig is in het middenoor zal dit aanleiding geven tot een zogenaamd geleidingsgehoorverlies (zie). Gehoorverlies is in de regel de enige manifestatie van OME. Soms kunnen oorpijn, oorsuizen of duizeligheid optreden. Meestal bestaat er een gehoorverlies van rond de 30 decibel.
Gehoorverlies kan op zijn beurt een aantal consequenties hebben, zoals een negatief effect op de spraak-taalontwikkeling; dit effect verdwijnt op de langere termijn (als kinderen 7-8 jaar oud zijn); invloed op het gedrag; kinderen kunnen hyperactief en ongeconcentreerd zijn
OME kent een gunstig natuurlijk beloop. Dat wil zeggen dat zonder behandeling 50% van de kinderen geneest na 3 maanden en 75% na 6 maanden. Als OME langer dan 3 maanden aanhoudt wordt dit ‘persisterende OME’ genoemd.
-
Wat is een acute middenoorontsteking?
Een ontsteking van het middenoorslijmvlies o.b.v. een infectie met ophoping van vocht en symptomen van een acute infectie
Diagnose
Op basis van het in korte tijd ontstaan van de klachten. De klachten zijn zowel plaatselijk, zoals oorpijn, gehoorverlies, loopoor) als algemeen lichamelijk van aard (koorts, prikkelbaarheid, nachtelijke onrust). Bij inspectie van het oor zijn er aanwijzingen voor vocht in het middenoor (bol staan van het trommelvlies, verminderde beweeglijkheid van het trommelvlies, loopoor) en ontsteking (roodheid van het trommelvlies).
Middenoorontstekingen bij kinderen
OMA komt met name voor bij kinderen. Meer dan de helft van de middenoorontstekingen komt voor bij kinderen jonger dan 5 jaar. Men zou kunnen zeggen dat acute middenoorontstekingen min of meer een normaal verschijnsel zijn bij kinderen: zo’n 50-75% van de kinderen heeft meer dan 1 episode en 10-20% meer dan 3 episodes in het 1e levensjaar. De meeste ontstekingen worden gezien bij kinderen tussen de 6 en 11 maanden oud. Na het zesde levensjaar neemt het aantal acute middenoorontstekingen af.
Hoe ontstaan acute middenoorontstekingen?
De redenen waarom oorontstekingen ontstaan worden weergegeven in het artikel middenoorontstekingen algemeen. Een acute middenoorontsteking otstaat vrijwel altijd als gevolg van een (virale) bovenste luchtweginfectie. Een dergelijke infectie kan bacterien de kans geven om in het middenoor te komen. De drie meest voorkomende verwekkers van middenoorontstekingen zijn de volgende bacterien: Streptococcus pneumoniae (30-40%), Haemophilus influenzae en Moraxella Catarrhalis.
Wat zijn de klachten?
- oorpijn (kleine kinderen grijpen vaak naar het ontstoken oor)
- minder horen
- koorts
- algeheel ziek zijn (soms zelfs met buikklachten)
- symptomen van een luchtweginfectie (neusverkoudheid, hoesten)
- verschijnselen als roodheid achter het oor, afstaan van het oor, nekstijfheid, hoofdpijn en verminderd bewustzijn kunnen een aanwijzing zijn voor complicaties
Hoe wordt een acute middenoorontsteking behandeld?
Verreweg de meeste acute middenoorontstekingen (zo’n 80%) gaat vanzelf over in een periode van 2-14 dagen. Complicaties van middenoorontstekingen komen maar heel weinig voor. Antibiotica bekorten de ziekteduur nauwelijks en het niet geven van antibiotica leidt niet tot meer complicaties. Ook kunnen antibiotica leidentot bijwerkingen en resistentievorming. Daarom wordt in eerste instantie gekozen voor afwachten met goede pijnstilling.
Redenen om een OMA episode wel met antibiotica te behandelen, zijn de volgende:- als de patient zieker wordt of er geen verbetering is na 3 dagen
- als kinderen jonger dan 2 jaar zijn en een dubbelzijdige OMA hebben
- in geval van een OMA met een loopoor
- als er een verhoogd risico is op complicaties (kinderen jonger dan 6 mnd, Down syndroom, Schizis, afweerstoornissen)
- in geval van (dreigende) complicaties
Bij terugkerende acute middenoorontstekingen, gedefinieerd als 3 episodes in de afgelopen 6 maanden of 4 in het afgelopen jaar kan er worden behandeld met medicijnen of door middel van een chirurgische ingreep door de KNO- arts.
Het plaatsen van trommelvliesbuisjes voor terugkerende acute middenoorontstekingen is effectief. Het verwijderen van de neusamandel is niet effectief wanneer er geen klachten zijn van een ontstoken of vergrote neusamandel, zoals een verstopte neus of neusuitvloed. Het verwijderen van de keelamandelen heeft geen effect op middenoorontstekingen.Bij langdurig gebruik van antibiotica is er een kleine afname van het aantal acute middenoorontstekingen. Het nadeel van deze behandeling is met name dat er resistente bacterieen kunnen ontstaan. Vaccinatie met het pneumococcenvaccin (sinds 1 april 2006 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma op 2,3,4 en 11 maanden) heeft geleid tot een afname van het aantal middenoorontstekingen. Vele andere behandelingen zoals neussprays, anti- allergietabletten en probiotica blijken niet effectief.
Wanneer worden kinderen doorgestuurd naar de KNO-arts?
- bij vermoeden op Complicaties van middenoorontstekingen
- bij uitblijven van het effect van antibiotische behandeling
- als er een loopoor blijft bestaan
- als er een trommelvliesperforatie blijft bestaan
- als de middenoorontstekingen steeds terugkeren
-
Deze vorm van middenoorontsteking wordt ook wel chronische suppuratieve otitis media (CSOM) genoemd. Het is een van de meest voorkomende chronische infectieziekten wereldwijd. CSOM komt meestal in de eerste 5 levensjaren voor en kan ook blijven bestaan op latere leeftijd. De incidentie bedraagt 0.3-0.5%.
Wat is chronische middenoorontsteking (otitis media chronica)?
CSOM is een chronische ontsteking van het middenoorslijmvlies en wordt gekenmerkt door een loopoor via een gaatje in het trommelvlies. Volgens de definitie van de wereldgezondheidsorganisatie (WHO) is er al sprake van CSOM bij een loopoor van meer dan twee weken. Een andere vorm van chronische middenoorontsteking is het cholesteatoom dat elders in deze sectie wordt beschreven.
Hoe ontstaat een chronische middenoorontsteking?
In zijn algemeenheid zijn alle factoren beschreven onder otitis media van invloed. Een CSOM kan zich ontwikkelen na een of meerdere acute middenoorontstekingen een sluimerende infectie in het mastoid na een operatie, buisje of ongeval diverse bacteriën zijn betrokken
Wat zijn de verschijnselen en de eventuele gevolgen?
Naast het bestaan van een loopoor leidt CSOM tot gehoorverlies. Uiteraard onstaat er gehoorverlies doordat er een gaatje in het trommelvlies zit en doordat het middenoor ontstoken slijmvlies en vocht bevat. Op de lange termijn kunnen ook de gehoorbeentjes worden aangetast. Dit kan resulteren in een onderbreking in de verbinding tussen de gehoorbeentjes of het niet meer goed kunnen bewegen van de gehoorbeentjes. Ook zijn er aanwijzingen dat de chronische onsteking kan leiden tot aantasting van de zintuigcellen in het binnenoor . Bij kinderen kan gehoorverlies gevolgen hebben voor de ontwikkeling.
Over het algemeen hebben patiënten weinig pijn en zijn ze niet ziek. Wel kan CSOM een gecompliceerd beloop hebben. De complicaties die kunnen optreden zijn uitval van de aangezichtszenuw, ontsteking van het binnenoor met uitval van het gehoor en evenwichtsorgaan en abcesvorming in het bot achter het oor (mastoiditis). Ook kan de ontsteking zich uitbreiden binnen de schedel hersenvliesontsteking, hersenabces en afsluiting/ ontsteking van een belangrijk afvoerend bloedvat.
Hoe wordt het behandeld?
Het zal duidelijk zijn dat CSOM behandeld moet worden. Grofweg kan de behandeling worden onderverdeeld in een behandeling met medicijnen en een operatie (of een combinatie van beiden). In eerste instantie al de KNO-arts beginnen met een medicamenteuze behandeling, bestaande uit het schoonmaken van het oor onder microscopisch zicht, oordruppels met antibiotica en onstekingsremmers (corticosteroiden) een eventueel een antibioticumkuur. Hierbij moet worden opgemerkt dat oordruppels het meest effectief zijn. Daarnaast zal het ook noodzakelijk zijn om het oor droog te houden en zo min mogelijk af ste sluiten (bijvoorbeeld bij dragers van een hoorapparaat). Als deze behandeling op de lange termijn niet succesvol blijkt, zal worden gekozen voor een sanerende ooroperatie.
Zie ook:
Zorgpad chronische middenoorontsteking met of zonder choleasteatoom -
Cholesteatoom, is de meest agressieve vorm van chronische otitis, ook wel chronische middenoorontsteking genoemd. Hoewel er ook een zeldzame aangeboren vorm bestaat, ontstaat een cholesteatoom vaak tijdens de kinderjaren, maar ook op volwassen leeftijd. Meestal komt cholesteatoom slechts aan één kant voor, maar aan twee kanten is ook mogelijk.
Wat is een cholesteatoom?
Cholesteatoom is een aparte vorm van chronische middenoorontsteking. Zoals beschreven onder chronische otitis media, worden twee vormen onderscheiden: chronische otitis media met en zonder cholesteatoom. Het cholesteatoom werd voor het eerst beschreven in 1838. Destijds dacht men dat de afwijking bestond uit cholesterol en vet. De naam is hiervan afgeleid.
Echter, cholesteatoom kenmerkt zich door ingroei van huid vanuit het trommelvlies in de richting van het middenoor en het rotsbeen. Deze huid heet ook wel matrix. Net als bij normale huid schilfert de oppervlakkige laag van de matrix af in de vorm van hoorn (dode huid, of keratine). Keratine blijft zich opzamelen en zo ontstaat een steeds groter wordende zak met huidschilfers. Deze zak heeft de capaciteit om omringende structuren aan te tasten. Voorts ontstaat er en ontstekingsreactie van het omringende slijmvlies van middenoor en rotsbeen.
Hoe ontstaat een cholesteatoom?
Er is veel discussie over de exacte ontstaanswijze van cholesteatoom. In zijn algemeenheid wordt er een onderscheid gemaakt tussen de aangeboren en verworven vorm. De aangeboren vorm ontstaat mogelijk vanuit resten van foetale huidcellen. De verworven vorm komt veel vaker voor en wordt onderverdeeld in een primaire vorm die ontstaat vanuit een intrekking in het trommelvlies en een secundaire vorm die ontstaat als er huidcellen in het middenoor terechtkomen via een perforatie in het trommelvlies of als gevolg van een operatieve ingreep.
Hoe vaak komt het voor?
De incidentie van het cholesteatoom is niet exact bekend. De orde van grootte bedraagt 6-9/ 100.000 voor het verworven- en 0.12/100.000 voor het congenitaal cholesteatoom.
Hoe ontstaat een intrekking in het trommelvlies?
Bij het ontstaan van een intrekking spelen zowel gasuitwisseling in het slijmvlies van middenoor en rotsbeen als de functie van de buis van Eustachius een rol.
Als het slijmvlies verdikt is, zoals bij een ontsteking, of als de oppervlakte van het totale slijmvlies niet groot is, kan er minder gasuitwisseling plaatsvinden en ontstaat een negatieve druk in het middenoor. Bij disfunctie van de buis van Eustachius kan deze negatieve druk niet geëgaliseerd worden. Als er een blijvende onderdruk ontstaat in het middenoor, zullen de zwakste delen van het trommelvlies gaan intrekken. Dit betreft meestal het bovenste deel van het trommelvlies.
Een intrekking van het trommelvlies kan stabiel blijven, of zich ontwikkelen in de richting van een cholesteatoom. Het beloop is lastig te voorspellen. Periodieke controle van ingetrokken trommelvliezen is hierom aangewezen.
Diagnose
De KNO-arts stelt bijna altijd de diagnose op grond van het trommelvliesbeeld. Beeldvormende technieken, zoals computertomografie (CT) of ‘magnetic resonance imaging’ (MRI) kunnen de diagnose ondersteunen.
-
Wat is otosclerose?
Otosclerose is aandoening waarbij er een verandering (remodellering) van het bot rondom het binnenoor plaatsvindt. Als gevolg van remodellering ontstaat een ander type bot. De voorkeursplaats voor het ontstaan van dit veranderde bot is het gebied van de voetplaat van de stijgbeugel. Als de stijgbeugel hierdoor niet meer goed kan bewegen, kan de versterking van het geluid door trommelvlies en gehoorbeentjes niet meer goed plaatsvinden, waardoor gehoorverlies ontstaat.
Oorzaak otosclerose
Ondanks intensief onderzoek, is de exacte oorzaak van otosclerose onbekend. Waarschijnlijk zijn meerdere factoren betrokken zijn het ontstaan van otosclerose. Er zijn relaties gevonden met infectie door het mazelenvirus en zijn er aanwijzingen voor erfelijkheid en hormonale invloeden.
Klachten otosclerose
Otosclerose komt met name voor bij blanke mensen. Bij ongeveer 0.5% van alle blanken ontstaat gehoorverlies als gevolg van otosclerose. Otosclerose komt twee keer zoveel voor bij vrouwen als bij mannen. Meestal ontstaat de ziekte ergens tussen het 20e en 40e levensjaar. Bij ongeveer 70% van de patienten zijn beide oren betrokken.
De klachten bestaan voornamelijk uit langzaam erger wordend gehoorverlies. Ook kan er sprake zijn van oorsuizen of duizeligheid.
Wat doet de KNO-arts?
Er vanuitgaande dat het gehoorverlies de reden is van het bezoek aan de KNO-arts, zal hij in het gesprek en het onderzoek zoveel mogelijk zekerheid proberen te krijgen over de oorzaak van het gehoorprobleem. Met name zal gevraagd worden naar wanneer het gehoorverlies is ontstaan, of het plotseling of geleidelijk is opgetreden, of het een of beide oren betreft, bijkomende klachten zoals duizeligheid of oorsuizen zijn, of er of er oorontstekingen in het verleden zijn geweest en of er familieleden zijn met otosclerose.
Het onderzoek bestaat uit een inspectie van de oren met de microscoop, het doen van stemvorkproeven, het meten van de druk in het middenoor en een gehoortest. Verder zal nog een CT scan van het oor worden gemaakt.
De diagnose otosclerose is pas met 100% zekerheid te stellen door het verrichten van een middenoorinspectie, een operatieve ingreep die de KNO-arts in staat stelt de beweeglijkheid van de afzonderlijke gehoorbeentjes te beoordelen.
Binnenoor
-
Er is sprake van oorsuizen, ook wel tinnitus genoemd, als iemand een geluidsgewaarwording heeft zonder dat er een externe bron aan te wijzen is. Men hoort geluiden die er niet zijn. Zo`n geluid kan in alle mogelijke vormen voorkomen: ruisen, fluiten, suizen, muzikale geluiden, hoog of laag, continu of afwisselend, hard of zacht. Een deel van deze mensen ondervindt hiervan zoveel hinder, dat een normaal leven verstoord wordt.
Onderzoek door KNO-arts in het Oorcentrum
Wanneer u bij het Oorcentrum komt voor klachten van oorsuizen, zal de assistente u een paar vragen stellen en neemt ze een gehoortest bij u af. Daarna kan de KNO arts onderzoeken wat voor oorzaak het oorsuizen bij u heeft. Deze onderzoeken worden soms in één consult gedaan, maar soms dient u apart terug te komen voor onderzoeken en uitslagen. Dit komt doordat enkele onderzoeken op andere afdelingen gebeuren, zodat we op de uitslag daarvan moeten wachten.
Behandeling
Zeldzaam kan het oorsuizen een uiting zijn van een aandoening die met medicijnen of andere medische behandelingen kan worden bestreden. Oorsuizen gaat echter vaak gepaard met binnenoor-gehoorverlies en is in de meeste gevallen een soort bijproduct van slechthorendheid. Als u qua mate van gehoorverlies in aanmerking komt voor een hoortoestel, kunnen de klachten van het oorsuizen door het dragen van hoortoestel verminderen. Ook kan een tinnitusmaskeerder in sommige situaties (tijdelijk) helpen: dit apparaatje geeft een geluid af, waardoor uw aandacht op het oorsuizen op de achtergrond komt en u het oorsuizen niet meer als erg aanwezig ervaart. Ook kan een goed effect worden verkregen door het luisteren naar muziek.
Er zijn heel veel vormen van tinnitus, waarbij de reguliere geneeskunde en bovengenoemde hulpmiddelen echter geen echte hulp kunnen bieden. De alternatieve geneeskunde, zoals homeopathie, acupunctuur en geluidstherapie kan dit evenmin. Toch zijn er gevallen bekend van mensen, voor wie de tinnitus-belasting aanmerkelijk afnam. Meestal komt het erop neer dat de patiënt moet leren accepteren dat oorsuizen niet weg kan worden genomen en dat er geleerd moet worden hoe om te gaan met oorsuizen. Uit de verhalen van mensen die tinnitus hebben, blijkt dat het moeten accepteren vaak leidt tot boosheid, angst of depressiviteit. Voor hen zijn de geluiden blijvend en ze zullen niet meer weggaan.
Wat kunt u doen om te leren omgaan met oorsuizen?
- Laat uw oren/gehoor altijd medisch en audiologisch onderzoeken op eventuele afwijkingen.
- Probeer spanningen te vermijden; spanning stimuleert een toch al te gespannen hoorsysteem.
- Zorg voor voldoende rust en vermijdt oververmoeidheid.
- Zoek zoveel mogelijk afleiding, onderneem activiteiten in de frisse buitenlucht (zuurstofrijk), maar las wel rustpauzes in.
- Probeer situaties waarbij veel lawaai is, te vermijden; gebruik zonodig gehoorbeschermers.
- Probeer zo goed mogelijk te slapen, met het hoofd wat hoger,bijvoorbeeld door middel van een verhoogd hoofdeinde.
- Zorg voor een goede bloeddruk, passend bij uw leeftijd.
- Leer uw oorsuizen te aanvaarden als een vervelende realiteit en probeer er zo weinig mogelijk aandacht aan te schenken.
- Men hoort het oorsuizen meestal in een stille omgeving. Een afleidend geluid, bijvoorbeeld een radio, ventilator of zelfs een tikkende klok kan uw geluid maskeren.
- Lees bij medicijngebruik eerst de bijsluiter goed na op eventueel oorsuizenrisico.
- Gebruik kalmerende middelen alleen op voorschrift van uw arts en dan het liefst zo weinig mogelijk.
- Wees matig met stimulerende middelen waaronder ook alcohol, koffie en zelfs chocolade worden gerekend.
- Probeer een zo overzichtelijk mogelijk leven te leiden
-
Bij plotselinge doofheid verslechtert het gehoor in korte tijd. Het gehoorverlies ontstaat meestal binnen enkele seconden tot minuten. Het geluid klinkt ineens doffer, blikkeriger, vervormd of voorzien van een echo. Soms hoort het oor helemaal niets meer. Meestal treedt het gehoorverlies aan één oor op; zeer zelden zijn beide oren aangedaan.
Oorzaken plots doofheid
Voor plotselinge doofheid is lang niet altijd een oorzaak aan te wijzen. Soms ligt de oorzaak erg voor de hand:
- door een hoofdletsel, waarbij het binnenoor bijvoorbeeld beschadigd raakt;
- door een plotselinge drukverandering, zoals bij duiken of vliegen kan optreden;
- door een ernstige infectie zoals een hersenvliesontsteking;
- bepaalde virusinfecties;
- gestoorde afweerreacties;
- doorbloedingsstoornissen een rol kunnen spelen;
Daarnaast zijn er nog een aantal zeldzame aandoeningen waarbij plotselinge doofheid kan optreden, zoals een brughoektumor.
De KNO-arts zal onderzoek uitvoeren om de mogelijke oorzaak van de plotselinge doofheid te vinden. Dit onderzoek bestaat meestal uit gehooronderzoek, bloedonderzoek en een MRI-scan van het gehoororgaan en gehoorzenuw. De oorzaak blijft echter vaak onbekend.
Bij plotselinge doofheid met een onbekende oorzaak kan het gehoor vanzelf herstellen. Dat gebeurt bij ongeveer een derde van de patiënten. Bij ongeveer een derde van de patiënten verbetert het gehoor wel enigszins, maar is de restschade groot, zodat het herstel in de praktijk weinig of niets oplevert. Bij de overige patiënten herstelt het gehoor niet.
In hoeverre het gehoor verbetert, hangt mede af van de ernst van het gehoorverlies. Is het oor (bijna) helemaal doof, dan zijn de kansen op herstel klein; is het gehoorverlies gering, dan zijn de vooruitzichten beter.
Gehoorherstel is te verwachten in de eerste weken nadat het gehoorverlies is opgetreden. Na 3 tot 6 maanden is over het algemeen geen verdere verbetering van het gehoor meer te verwachten. De evenwichtsstoornissen en de drukgevoelens op het oor verdwijnen meestal geheel. Het oorsuizen blijft echter vaak aanwezig.
Veel patiënten met een éénzijdige plotselinge doofheid maken zich zorgen over hun gezonde oor. Zou dat oor in de toekomst niet ook plotsdoof kunnen worden? In de praktijk blijkt dit gelukkig vrijwel nooit voor te komen. Ook kan het goede oor niet overbelast raken of slijten doordat het gehoor aan de andere kant is afgenomen.
Extra voorzichtigheid is wel op zijn plaats bij ontstekingen aan het gezonde oor en ter voorkoming van lawaaibeschadiging.
Behandeling
Als er voor de plotselinge doofheid een oorzaak wordt gevonden, dan wordt de behandeling in principe daarop gericht. Bij plotselinge doofheid waarvoor géén oorzaak is gevonden kunnen ontstekingsremmende geneesmiddelen het spontane herstel van het gehoor enigszins positief beïnvloeden. Het resultaat van deze behandeling valt in de praktijk echter tegen. Vandaar dat ook andere geneesmiddelen, bijvoorbeeld antivirale medicijnen, worden toegepast in het kader van een wetenschappelijk onderzoek.
Als het gehoorverlies langer dan 10 tot 14 dagen heeft bestaan, is het volgens de huidige inzichten niet meer zinvol om medicijnen te geven en moet het spontane herstel worden afgewacht.
Soms biedt het aanpassen van een hoortoestel enig soelaas. Een hoortoestel maakt het geluid harder, maar niet altijd duidelijker. In de praktijk heeft een hoortoestel vooral zin als het gehoor aan beide oren slecht is. Als het goede oor nog heel goed hoort, dan valt het resultaat van hoortoestelaanpassing vaak tegen.
Patiënten die plotseling doof zijn geworden aan beide oren ondervinden vaak grote moeilijkheden in de dagelijkse communicatie. Meestal zijn hierbij speciale hulpmiddelen nodig. In dat geval is eventueel een implanteerbaar hoortoestel te overwegen.
Het plotselinge verlies van het gehoor aan één of beide zijden heeft vaak vergaande gevolgen voor een patiënt, zowel in het dagelijks functioneren als emotioneel. Het is daarom van belang dat er een goede begeleiding en revalidatie plaatsvinden.
-
Als iemand met één oor slecht of helemaal niet hoort en met het andere oor goed, is er sprake van éénzijdige slechthorendheid. Aangeboren éénzijdige slechthorendheid komt relatief weinig voor Eénzijdige slechthorendheid kan ook het gevolg zijn van een doorgemaakte ziekte of een ongeval. Eénzijdige slechthorendheid wordt tegenwoordig vaak al vijf dagen na de geboorte door de neonatale gehoorscreening ontdekt. Daarnaast vindt ook de schoolarts soms ook nog eenzijdige slechthorendheid. Op het moment van ontdekking is de oorzaak in meer dan de helft van de gevallen vast te stellen, bijvoorbeeld met een ct-scan.
Eénzijdige slechthorendheid is bijna nooit medisch te verhelpen en een hoortoestel zal slechts in bijzondere gevallen verbetering kunnen geven. De oorzaak en de grootte van het gehoorverlies aan het ‘slechte’ oor zullen hierbij van groot belang zijn. In geval van een totale doofheid zal noch medisch ingrijpen noch toepassing van een hoortoestel zinvol zijn. Wanneer het gehoorverlies echter slechts licht of matig is, kan een hoortoestel mogelijk toch overwogen worden.
Horen met één oor
Met één oor kan iemand:
- niet goed horen waar een geluid vandaan komt
- de wekker niet (goed) horen als iemand op het goede oor slaapt.
Belangrijker is echter dat het spraakverstaan moeilijker is in situaties waarbij er:
- iets aan de kant van het slechte oor wordt gezegd,
- lawaai of nagalm is, zoals bijvoorbeeld in een zwembad of sporthal en
- op de achtergrond een gesprek plaatsvindt of een radio aanstaat.
Iemand die slechts met één oor hoort, zal het verminderde spraakverstaan proberen te compenseren door het – met hoofdbewegingen – snel opzoeken van de spreker en vervolgens:
- het goede oor naar de spreker richten,
- dichter bij de spreker proberen te komen en
- naar het gezicht van de spreker kijken ten behoeve van het spraakafzien.
Ondanks deze maatregelen blijft het spraakverstaan moeilijker dan voor goedhorenden; het luisteren kost dus meer inspanning.
Soms kan dit leiden tot:
- sneller vermoeid raken;
- vaker niet opletten;
- (onverwacht) minder goed kunnen meekomen op school (tweemaal vaker doubleren);
- moeilijker gedrag van kinderen en
- het moeilijker onderhouden van sociale contacten (op school, werk, bij familie etc., vooral in grotere gezelschappen).
Jonge kinderen
Jonge kinderen realiseren zich meestal niet dat ze aan één kant niet horen en ook hun ouders zijn hiervan vaak niet op de hoogte. Het kind hoort immers alles’ met het goede oor. Als deze kinderen naar de peuterspeelzaal of de school gaan dan kunnen ze (af en toe) last hebben van enkele van bovengenoemde problemen. Soms zijn deze kinderen – achteraf onterecht – door hun ouders of leerkracht berispt. De ouders ervaren de mededeling dat hun kind met één oor niets hoort dan ook vaak als een schok.
Voorts moet er bij jonge kinderen rekening mee worden gehouden, dat er zo nu en dan ook in het goede oor een (klein) gehoorverlies kan ontstaan, bijvoorbeeld door vocht in het middenoor. Op die momenten is het kind slechthorend aan beide oren en worden bovengenoemde problemen ineens veel groter!
Schoolverlaters moeten er rekening mee houden, dat ze kunnen worden afgekeurd voor bepaalde beroepen wegens een verminderd gehoor. Dit geldt speciaal voor functies bij de brandweer, politie, scheepvaart, luchtvaart en bij militaire dienst.
Adviezen voor leerkrachten en ouders
Om de problemen van een éénzijdig slechthorende leerling zo klein mogelijk te maken is het wenselijk dat:
- er les wordt gegeven in lokalen met zo weinig mogelijk lawaai en nagalm. De nagalm in een lokaal kan eventueel beperkt worden door toepassing van geluidsabsorberend materiaal op het plafond, (dikke) gordijnen en/of zachte vloerbedekking;
- het aangezicht van de spreker (de leerkracht, maar ook andere leerlingen) voortdurend goed gezien kan worden om spraakafzien mogelijk te maken.
Daarnaast kunnen de volgende tips van nut zijn:
- zorg dat een éénzijdig slechthorende leerling ongeveer halverwege het leslokaal zit (links of rechts in de klas), met het goede oor naar de groep en de leerkracht gericht;
- geef deze leerling een rustige ‘buurman’ aan de kant van het goede oor;
- stimuleer dat deze leerling om herhaling vraagt als hij iets niet goed verstaan heeft (bijvoorbeeld bij het opgeven van huiswerk);
- neem het deze leerling niet kwalijk als hij vaak omkijkt als iemand in de klas iets zegt.
Houdt er tot slot rekening mee dat een éénzijdig slechthorend kind in het verkeer extra goed moet opletten, omdat het richtinghoren door het verminderd horen aan één oor (sterk) afwijkend is. Dit betekent dat het kind vaak niet goed de afstand en beweging van andere verkeersdeelnemers (auto’s, fietsen, etc.) zal kunnen bepalen.
Volwassenen
Bij volwassenen zijn de problemen sterk afhankelijk van de situatie. Dit is ook de reden waarom door chefs en collega’s vaak niet wordt geloofd, dat er iets met het gehoor niet in orde zou zijn. Met zijn tweeën in een rustige omgeving is er niets aan de hand. In grote kantoorruimtes (met telefoons, computers, printers etc.), tijdens vergaderingen of op werkplaatsen met machinelawaai kunnen echter problemen optreden met verstaan. Maar ook thuis heeft een éénzijdig slechthorende vaak problemen met verstaan, vooral als de radio of televisie op de achtergrond aanstaat.
Oudere éénzijdige slechthorenden krijgen steeds meer last van minder goed horen en verstaan. Dat komt omdat in het algemeen bij het ouder worden het gehoor slechter wordt. Bij éénzijdig slechthorenden wordt dus de gehoorscherpte van het goede oor minder, terwijl het compensatievermogen eveneens vaak achteruitgaat (bijvoorbeeld doordat het gezichtsvermogen ook afneemt).
Adviezen voor volwassenen
Als éénzijdig slechthorende zult u zelf moeten zorgen voor zo gunstig mogelijke omstandigheden en uw luistergedrag aanpassen aan de situatie. Hierbij kunt u, voor zover van toepassing, uw voordeel doen met bovengenoemde adviezen voor leerkrachten en ouders.
Het is van groot belang dat u er voor uit durft te komen, dat u af en toe slecht verstaat. Als er problemen met verstaan zijn, zeg dan tegen uw gesprekspartner dat u met één oor slecht hoort. Vraag zonodig of de televisie of radio uit mag.
In een enkel geval, vooral als het goede oor een licht gehoorverlies heeft, zoals bij ouderen vaak voorkomt, kan een speciaal hoortoestel (het zogenaamde CROS-hoortoestel) enige verbetering geven. Een CROS-hoortoestel bestaat uit een hoortoestel, dat op het goede oor gedragen wordt én een klein microfoontje in een oorhangerkastje, dat op het slechte oor gedragen wordt. Ook een BCD kan een goede aanvullende oplossing zijn.
Meer informatie?
U vindt ook goede informatie op de Nederlandse website over Single-Sided Deafness (SSD) .