Onze zorg
Aan de hand van een voorbeeld wordt duidelijk gemaakt uit welke onderdelen de behandeling op de IC kan bestaan en hoe deze met elkaar samenhangen.
Een behandeling op de Intensive Care
Voorbeeld
Een patiënt wordt via de Spoedeisende Hulp opgenomen met een ernstige longontsteking. Door de longontsteking lukt het niet meer goed om zelfstandig te ademen en is opname op de IC noodzakelijk. Om te kunnen beademen moet een buisje in de luchtpijp worden geplaatst (dit heet intubatie) en voor het plaatsen van het beademingsbuisje is het nodig dat de patiënt onder narcose wordt gebracht. Daarna zal het nog enige tijd nodig zijn om slaapmiddelen toe te dienen. Door de combinatie van de longontsteking en de toediening van slaapmiddelen heeft de patiënt vaak een verlaagde bloeddruk, waarvoor soms bloeddrukverhogende medicijnen nodig zijn. Deze mogen alleen worden toegediend via een infuus in een grote ader (ook wel centrale lijn genoemd). Dit infuus moet door een arts worden ingebracht onder steriele omstandigheden. Om de bloeddruk goed te kunnen vervolgen wordt ook een infuus in een slagader geplaatst. Uit deze arterielijn kan regelmatig bloed worden afgenomen om onder andere te beoordelen of de beademing moet worden bijgesteld.
Naast bloed is het vaak ook nodig om ander materiaal te onderzoeken, bijvoorbeeld slijm uit de longen (sputum) of vocht rondom de longen. Tegen de longontsteking worden antibiotica toegediend en er worden af en toe röntgenfoto’s gemaakt.
Verder is het zo dat patiënten met een beademingsbuisje niet zelfstandig kunnen eten en om die reden een maagsonde krijgen voor kunstmatige voeding. Daarnaast hebben vrijwel alle beademde patiënten een blaaskatheter om de urineproductie per uur goed te kunnen meten.
IC-zorg
Uit het bovenstaande blijkt dat er nogal wat komt kijken bij een behandeling op de IC. Een behandeling (beademing) brengt een heel aantal andere (be)handelingen met zich mee. Zo moet de patiënt allerlei infusen, slangetjes en zo nodig ook een beademingsbuisje krijgen om de behandeling veilig te kunnen toepassen. Daarnaast is er frequent onderzoek nodig (bloedonderzoek, foto’s van hart en longen, kweken) en worden allerlei medicijnen toegediend. Het één wel doen en iets anders laten is maar beperkt mogelijk en daarom willen we een aantal onderdelen van de behandeling, die wat ons betreft horen bij standaard goede IC-zorg, nader toelichten.
Hygiëne
Ieder mens draagt bacteriën met zich mee op de huid, in de neus, mond en darmen. Gelukkig beschermt een goede afweer (de weerstand tegen infecties) de mens tegen deze bacteriën. De meeste bacteriën zijn niet ziekmakend; ze helpen ons zelfs, bijvoorbeeld bij het verteren van voedsel. In het ziekenhuis bevinden zich veel mensen dicht op elkaar, wat de kans op het verspreiden van bacteriën vergroot. Patiënten in het ziekenhuis hebben vaak een verminderde weerstand en lopen daardoor sneller een infectie met ziekmakende bacteriën op. Om deze reden besteedt het ziekenhuis extra aandacht aan het voorkomen van verspreiding van micro-organismen zoals bacteriën en virussen. Met hygiënemaatregelen proberen we te voorkomen dat bacteriën of andere micro-organismen zich verspreiden naar andere patiënten, ziekenhuismedewerkers of bezoekers. Daarnaast worden patiënten regelmatig onderzocht op mogelijke infecties en indien nodig met antibiotica behandeld.
Isolatie
Het kan noodzakelijk zijn dat uw familielid of relatie geïsoleerd behandeld en verpleegd wordt. Dit is bijvoorbeeld het geval als is vastgesteld (of de mogelijkheid bestaat) dat hij of zij een voor andere patiënten gevaarlijk micro-organisme bij zich draagt. Verspreiding van een micro-organisme kan plaatsvinden door aanraking of via de lucht, bijvoorbeeld door hoesten en niezen. Door de isolatiemaatregelen, zoals een kamer met sluis en/of het dragen van beschermende kleding, trachten wij besmetting te voorkomen. Indien een patiënt geïsoleerd verpleegd wordt, hangt er altijd een isolatiekaart op de kamerdeur van de patiënt. Hierop staan de te volgen instructies voor bezoek en ziekenhuispersoneel. Wij vragen u hierbij de gegeven instructies te volgen.
Fixatie
Soms lukt het onvoldoende om een delier te behandelen met als gevolg het risico dat de patiënt gaat trekken aan infusen, sondes, katheters of het beademingsbuisje. Dit kan tot levensbedreigende situaties leiden en het is dan ook dikwijls nodig om de patiënt tegen zichzelf te beschermen m.b.v. fixatie. Hieronder vallen verschillende maatregelen zoals polsbandjes (waar we de patiënt mee vastmaken aan het bed), trippelhoes en handschoenen. Omdat het fixeren van patiënten een vrijheidsbeperkende maatregel is, wordt het van tevoren met de patiënt of met de wettelijke vertegenwoordiger besproken. In de praktijk kan het zijn dat er ter bescherming van de patiënt wordt overgegaan tot fixatie en dat dit pas op een later tijdstip met een vertegenwoordiger besproken kan worden. Er wordt altijd naar gestreefd de periode van fixatie zo kort mogelijk te houden.