Voeding tijdens uw opname
Goed eten en drinken en daarnaast voldoende beweging is belangrijk voor uw gezondheid. Tijdens ziekte heeft uw lichaam meer energie, eiwit en andere voedingsstoffen nodig.
Risico op ondervoeding
Bij ziekte is voeding erg belangrijk. Door ziekte en/of eventuele behandelingen heeft uw lichaam meer eiwit en energie nodig dan normaal. Vooral eiwit is een belangrijke bouwstof voor de spieren.
Wanneer u voldoende eiwitten en energie binnenkrijgt:
- Zal uw spiermassa minder snel afnemen
- Heeft u minder gewichtsverlies, waardoor het risico op ondervoeding wordt verkleind.
- Worden risico’s op infecties verminderd
- Geneest de wond beter en wordt het herstel bevorderd
Hoeveel eiwitten heb ik nodig?
U heeft ongeveer tussen de 1,2 en 1,5 gram eiwit nodig per kilogram lichaamsgewicht per dag om uw spiermassa zo goed mogelijk te behouden.
Waar zit eiwit in?
Eiwit zit vooral in dierlijke producten, zoals vlees, vis, kip, kaas, melkproducten, maar ook in plantaardige producten zoals, noten, sojaproducten en peulvruchten.
Opname
Bij opname in het ziekenhuis stelt de verpleegkundige u enkele vragen over uw voeding, om zo het risico op ondervoeding vast te stellen. Indien nodig wordt de diëtist in consult gevraagd. Als blijkt dat u een risico heeft op ondervoeding dan krijgt u energie- en eiwit verrijkte voeding verstrekt.
Bij de hoofdmaaltijden krijgt u producten, zoals:
- Verrijkte pap, vla, moes, kwark, yoghurt.
- Dubbel hartig beleg (kaas/ vleeswaren).
- Voedingssuiker in elke drank.
Tussendoortjes
Ook bij de tussendoortjes houden we rekening met uw dieet. U kunt zelf uw tussendoortje kiezen uit onderstaande assortimentslijst. Neem 3x daags een eiwitrijk tussendoortje (rond 10.00, 15.00 en 20.00 uur).
Diabetes
Bij de behandeling van diabetes is het advies uw bloedglucosegehalte zo constant mogelijk te houden, tussen de 4 en 10 mmol/l. Tijdens uw opname in het ziekenhuis kan uw bloedglucosegehalte minder constant zijn dan u thuis gewend bent.
Factoren als lichaamsbeweging, eetpatroon, ziekte, koorts en stress beïnvloeden de hoogte van uw bloedglucosegehalte. Daarom wordt tijdens uw opname regelmatig een dagcurve geprikt om het verloop van de bloedglucosewaarden in de gaten te houden. Eventueel worden tijdelijk uw medicijnen, uw tabletten en/of insuline, aangepast.
Tijdens uw opname komt er niet standaard een diëtist bij u langs om uw voeding te bespreken. Is tijdens opname diabetes ontdekt, dan komt de diëtist wel bij u langs.
Opname
Het is belangrijk dat u in het ziekenhuis blijft eten zoals u thuis gewend bent. Om uw bloedglucosegehalte constant te houden is het verstandig dat u probeert uw normale koolhydraatbevattende voedingsmiddelen te gebruiken of te vervangen, ook wanneer u minder eetlust heeft.
Welke voeding krijgt u in het ziekenhuis aangeboden?
Er wordt voeding aangeboden waarbij rekening is gehouden met de hoeveelheid verzadigd vet in de voeding. Tussendoortjes krijgt u in overleg met roomservicemedewerker.
Heeft u risico op ondervoeding?
Bij een diabetesdieet hoort een voeding waarbij de koolhydraten zijn verdeeld over de maaltijden en tussendoortjes. U kunt kiezen uit een tussendoortje met max. 20 g koolhydraten. Een aantal van deze producten bevatten meer verzadigd vet dan gewenst bij een diabetesdieet. In het kader van het voorkomen van ondervoeding worden deze producten tijdens opname wel aangeboden.
Voor tussendoortjes kunt u kiezen uit de lijst tussendoortjes diabetes. Heeft u ook een zoutbeperking dan kunt u een keuze maken uit de lijst tussendoortjes diabetes- zoutbeperking. Kaas, worst, noten en pinda’s bevatten geen/ weinig koolhydraten; het is daarom aan te raden om ernaast iets met koolhydraten te gebruiken, zoals een cracker, fruit, (verrijkte) vla of yoghurt.
Tussendoortjes
Meer informatie
Zoutbeperking
Zout is een stof die onmisbaar is voor het lichaam; een van de functies is het regelen van de vochthuishouding in het lichaam. Als de balans verstoord is kan dit zorgen voor een hogere bloeddruk of voor problemen met de nieren. Om de bloeddruk te verlagen of om de nieren te ontlasten kan het nodig zijn om minder zout te gebruiken.
Hoeveel zout heeft u nodig?
Per dag heeft u 2 gram zout nodig. Dit is de hoeveelheid die het lichaam nodig heeft om alle functies uit te voeren. Bij een zoutbeperkte voeding wordt aangeraden om maximaal 6 gram zout per dag te gebruiken.
Heeft u thuis een zoutbeperkt dieet, houd u hier dan ook aan bij opname in het ziekenhuis.
Opname
Bij opname in het ziekenhuis stelt de verpleegkundige u enkele vragen over uw voeding. U kun aangeven dat u een zoutbeperking heeft. Indien nodig wordt de diëtist in consult gevraagd.
Wat houdt een zoutbeperkt dieet bij opname in?
- Normale broodmaaltijden met licht gezouten broodbeleg.
- De warme maaltijd, soep/bouillon wordt zonder zout bereid.
Tussendoortjes
Heeft u een risico op ondervoeding dan kunt u voor de tussendoortjes kiezen uit de volgende 2 lijsten.