Slijtage (artrose) van de pols
Artrose van de pols betekent slijtage van het gewricht tussen de 2 botten van de onderarm, het spaakbeen en de ellepijp, en de botjes die zich in de handwortel van de pols bevinden.
Afdeling(en)
Onderzoek en diagnose
Slijtage van de pols treedt op als er ooit een eerdere breuk van het polsgewricht is geweest, of het polsgewricht jarenlang zwaar werk geleverd heeft. Patiënten met reuma hebben meer kans op het ontwikkelen van slijtage op deze plaats van het lichaam.
Klachten
De klachten bestaan uit pijn bij bewegen en vaak een zwelling aan de strekzijde van de pols. De bewegingen in het polsgewricht worden steeds moeizamer, er ontstaat (start)stijfheid. Op de foto is slijtage te zien tussen het spaakbeen en de handwortelbeentjes na een doorgemaakte fractuur in het verleden. Het kraakbeen is vrijwel verdwenen (wit).
Onderzoek
Onderzoek van polsslijtage gebeurt op de afdeling Orthopedie. Onze orthopedisch chirurg doet lichamelijk onderzoek en zal waar nodig een röntgenfoto maken van uw polsgewricht.
Onderzoeken
Behandelplan
Bij reuma wordt soms eerst een rustspalk voorgeschreven, die de patiënt draagt als hij pijn heeft aan de pols. Ook een injectie kan tijdelijk de klachten verlichten. Als dit niet meer helpt, wordt de mogelijkheid van een operatie met u besproken.
Operatie
Het doel van de operatie is het verminderen van pijn. Dit wordt gedaan door het polsgewricht vast te zetten, tussen het spaakbeen, de polsbotjes en een middenhandsbeentje. Na de operatie heeft u een gips voor 6-12 weken. Na een jaar kan de plaat verwijderen, als u hier last van hebt. Na de operatie verdwijnt de pijn. U kunt de onderarm en de hand normaal blijven gebruiken. De pols kan niet meer gebogen worden.
De pols is met een plaat is de pols vastgezet. De gewrichtvlakjes zijn verwijderd en er is bot bijgelegd vanuit de bekkenkam. Het bot is volledig vastgegroeid.
Complicaties
Er zijn een paar complicaties die bij deze operatie zouden kunnen optreden. Zo kan na de operatie een wondinfectie optreden. Ook wordt soms gezien dat de pols ondanks meerdere weken gips niet aan elkaar wil groeien. U krijgt dan langer gips. In uitzonderlijke gevallen wordt een tweede operatie verricht. Zeldzaam is het optreden van dystrofie (CRPS).
Polsprothese
Hierbij wordt het polsgewricht vervangen door een prothese. Door de lage belastbaarheid en de kans op vroege loslating van de prothese komt hier slechts een heel geselecteerde groep patiënten voor in aanmerking, met name patiënten met reuma. Overleg dit met uw eigen orthopedisch chirurg.