Menu
Aandoeningen

Osteoporose (botontkalking)

Osteoporose is het medische woord voor botontkalking. Osteoporose is een aandoening waarbij het bot poreus is en kan leiden tot botbreuken. Osteopenie is het voorstadium van osteoporose. Het betekent letterlijk ‘minder bot’, of een afname in de botdichtheid.

Onderzoek en diagnose

Als u osteoporose heeft kan het optillen van een boodschappentas of een ‘lichte val’ die gewoonlijk geen verwondingen geven al leiden tot botbreuken. Botbreuken geven pijn, invaliditeit en verlies van zelfstandigheid. Om de ingrijpende gevolgen van osteoporose te beperken is het essentieel dat deze ziekte zo vroeg mogelijk wordt opgespoord en zo goed mogelijk wordt behandeld.

Oorzaken

Osteoporose komt in de eerste plaats door leeftijd. Na uw 35ste jaar verliezen de botten wat massa. Naast botmassaverlies gaat ook de structuur van het bot achteruit, verandert de samenstelling en ondergaan botvormende cellen ouderdomsverschijnselen. Dit is een normaal proces, dat bij het ouder worden hoort. Bepaalde dingen maken osteoporose erger:

  • Te weinig lichaamsbeweging.
  • Te weinig calcium (kalk). Calcium zit vooral in zuivelproducten, groenten, noten en peulvruchten.
  • Veel (mee) roken en drinken (meer dan 3 glazen per dag).
  • Overmatig gebruik van koffie (meer dan 10 koppen per dag).
  • Vitamine D-tekort. Vitamine D is nodig voor de opname van calcium uit voedsel. Het zit onder andere in margarine, boter, melk, eieren en vette vis. Uw lichaam maakt ook zelf vitamine D aan wanneer u buiten in de zon bent. Komt u weinig buiten of hebt u een donkere huid? Dan hebt u misschien extra vitamine D nodig.
  • Langdurig gebruik van ontstekingremmende medicijnen, zoals corticosteroïden.
  • Osteoporose kan ook in de familie zitten.
  • Laag lichaamsgewicht.
  • chronische darmziekten die de opname van voedsel beïnvloeden.
  • Aandoeningen van het hormonale systeem (bijvoorbeeld schildklier).

Bij vrouwen gaat het verlies van botmassa nog sneller rond en na de overgang. In deze fase wordt heel weinig oestrogeen (vrouwelijk geslachtshormoon) aangemaakt, het geen in veel gevallen te maken heeft met het ontstaan van osteoporose. Oestrogeen draagt namelijk bij aan de gezondheid van botten door de balans te bewaren tussen botopbouw en botafbraak.

Mannen bouwen dikkere en zwaardere botten op dan vrouwen. Osteoporose kan echter wel bij mannen voorkomen. Bij oudere mannen kan dit te maken hebben met een tekort aan testosteron (mannelijk geslachtshormoon). Vaak spelen andere factoren een rol (medicatiegebruik, invaliditeit).

Klachten

Het probleem met osteoporose is dat u er niets van merkt zolang u geen botbreuk oploopt. U kunt al zo’n 30% van uw botmassa hebben verloren op het moment dat u voor het eerst wat breekt. Wanneer de botten in uw wervelkolom verzwakken kunnen ze gaan inzakken, met als gevolg dat u kleiner wordt. Zakken er meer wervels in, dan wordt uw rug steeds krommer doordat de wervels vooral aan de voorzijde inzakken. Deze houdingsverandering kunnen rug- en bovenbuikklachten geven. Eveneens kan een veranderde lichaamshouding uw evenwichtsgevoel verminderen, waardoor de kans op vallen (en een botbreuk) toeneemt.

Onderzoek

Wanneer u te maken krijgt met onze osteoperosepoli onderzoekt uw arts u eerst lichamelijk en vraagt naar uw klachten. Daarna wordt uw botmassa (botmineraaldichtheid) gemeten. U ondergaat hiervoor een DEXA- meting. Dit is een veilig en pijnloos onderzoek dat in ongeveer een kwartier de botdichtheid meet. Het is een soort röntgenfoto. Misschien laat de arts ook nog een gewone röntgenfoto maken. Uw resultaten worden vergeleken met een standaard BMD-meting. Deze vergelijking bepaalt uw T-score. Op basis van deze score weet uw arts of u normaal bot, osteopenie of osteoporose hebt.

Onderzoeken