Multipel myeloom
Het multipel myeloom (ziekte van Kahler) is een kwaadaardige aandoening van het beenmerg door woekering van plasmacellen. Plasmacellen in het beenmerg maken in de gezonde situatie eiwitten (immuunglobulinen) aan die nodig zijn voor de afweer. Door de woekering van plasmacellen worden deze eiwitten ongeremd aangemaakt en ontstaan er niet-werkende, abnormale eiwitten. Deze eiwitten noemen we paraproteinen. Als er teveel van deze eiwitten aanwezig zijn bestaat er kans op infecties, verstoring van de gezonde celaanmaak in het beenmerg en kan er aantasting van de botten (breuken) en nieren (dialyse) plaatsvinden.
Afdeling(en)
Onderzoek en diagnose
De diagnose multipel myeloom (ziekte van Kahler) wordt gesteld op een combinatie van klachten (infecties, botbreuken, vermoeidheid), afwijkingen in het bloed (verhoogde bezinking, bloedarmoede, lage bloedplaatjes, aanwezigheid van paraproteine) en het verrichten van een beenmergpunctie. Om botbetrokkenheid uit te sluiten bij mensen zonder specifieke klachten wordt een CT-scan gemaakt.
Behandeling
Het multipel myeloom is niet te genezen. Net als bij hoge bloeddruk of suikerziekte houdt de patiënt de rest van zijn leven deze ziekte bij zich. Het beloop van de ziekte kan per patiënt erg wisselend waardoor ook de levensverwachting sterk wisselt.
Wanneer het multipel myeloom opvlamt zal er een behandeling moeten volgen. Er zijn momenteel vele behandelopties mogelijk die achtereenvolgens gebruikt kunnen worden.
Afhankelijk van de fitheid van de patiënt, de karakteristieken van het multipel myeloom en de lijn (hoe vaak is er eerder al behandeld) wordt de beste keuze voor behandeling gemaakt.
De behandelingen bestaan vaak uit meerdere middelen met verschillende aangrijpingspunten op de kanker. Hierdoor kan de behandeling erg effectief zijn zonder noodzaak voor al te hoge doseringen. Er worden combinaties tussen chemotherapie en immuuntherapie gemaakt, maar soms is er ook alleen sprake van immuuntherapie.
Bij fitte patiënten wordt bij de eerste keer behandelen (1e lijn) gestart met oncologische behandeling in het Deventer Ziekenhuis. Zodra het multipel myeloom goed teruggedrongen is (paraproteïne is voldoende gedaald) wordt er een behandeling gegeven om deze respons ook zo lang mogelijk te behouden. Hiervoor wordt een zwaardere chemokuur gegeven met als doel zoveel mogelijk restcellen van het multipel myeloom te verwijderen. Deze behandeling is erg effectief, maar beschadigd helaas ook het gezonde beenmerg. Wanneer uw eigen beenmergcellen verzameld worden na de eerste kuren en voorafgaand aan de zwaardere chemokuur is het mogelijk om uw beenmerg weer te herstellen door het teruggeven van uw eigen cellen na afloop van de laatste zwaardere chemokuur. We noemen dit een autologe stamceltransplantatie. Hierbij zijn de cellen van de patiënt zelf afkomstig en niet van een donor. De werking op het multipel myeloom komt dan ook van de chemokuur en niet van deze (rescue-)stamceltransplantatie. Dit laatste deel van de behandeling (stamcellen verzamelen, zwaardere chemokuur en autologe stamceltransplantatie) wordt verricht in een transplantatiecentrum (het Deventer ziekenhuis werkt samen met AUMC en Isala).
Per polibezoek wordt gedurende de verschillende behandelingen het paraproteïne gemeten in bloed (en soms beenmerg) om het effect op de behandeling te monitoren.
Vanwege alle risico’s die met uw ziekte en / of behandeling samenhangen krijgt u naast de oncologische behandeling ook ondersteunende therapieën die kunnen bestaan uit virusremmers, antibiotica, bloedverdunners en een botversterker.
De laatste jaren zijn de behandelopties voor het multipel myeloom in vogelvlucht toegenomen, met name vanwege veelvuldige en grondige studies.
In Nederland lopen jaarlijks meerdere studies voor het multipel myeloom. De studies hebben als doel een snelle wetenschappelijke stap in de behandeling te zetten. U als patiënt kunt hierdoor al op een vroeg moment profiteren van de mogelijkheden van nieuwe middelen of behandelstrategieën.
Mogelijke bijwerkingen
Tijdens de behandeling voor het multipel myeloom kan het voorkomen dat u met koorts of andere klachten opgenomen moet worden in het ziekenhuis. Daarnaast kan de aanmaak van uw gezonde cellen tijdelijk gestoord zijn t.g.v. de chemotherapie. Om uw rode bloedcellen (Hb) en uw bloedplaatjes (trombocyten) niet te laag te laten worden kan overgegaan worden op een bloedtransfusie.