MOLA-zwangerschap
Een mola-zwangerschap kan gezien worden als een bijzondere vorm van een niet goed aangelegde zwangerschap. Wanneer er bij de bevruchting iets misgaat kan het gebeuren dat alleen de placenta doorgroeit. Er is dan sprake van een mola-zwangerschap.
Gewoonlijk is er bij een mola-zwangerschap geen embryo. Is er toch een vrucht, dan is deze bijna nooit levensvatbaar.
Afdeling(en)
Onderzoek en diagnose
Bij een molazwangerschap gaat er iets mis bij de bevruchting of kort erna. Daardoor groeit alleen de placenta. Er ontstaat geen vruchtje (embryo). In de baarmoederholte ontstaan heel veel vochtblaasjes.
Een molazwangerschap komt heel zelden voor: bij 1 van de 2000 zwangerschappen. De oorzaak is onbekend. Misschien speelt erfelijkheid een rol. Ook leeftijd speelt mee: meisjes onder de 15 en vrouwen boven de 40 hebben meer kans op een molazwangerschap.
De medische naam voor molazwangerschap is mala hydatidosa. Een molazwangerschap is te zien op een echo tijdens zwangerschap. In plaats van een vruchtzakje met een embryo en een kloppend hartje, zitten er allemaal kleine blaasjes in de baarmoederholte.
In het laboratorium kan de arts laten onderzoeken hoe veel zwangerschapshormoon (hCG) er in uw bloed zit. Bij een molazwangerschap zit er heel veel hCG in het bloed.
Behandelplan
Een molazwangerschap haalt de arts weg met een curettage. Zij zuigt het molaweefsel met een dun slangetje uit de baarmoederholte.
De arts haalt zo veel mogelijk molablaasjes weg, maar er blijven er altijd wat achter. Normaal gesproken verdwijnen deze vanzelf uit het lichaam. Om te controleren of dat ook echt gebeurt, moet u regelmatig uw bloed laten onderzoeken. Neemt de hoeveelheid zwangerschapshormoon (hCG) af? Dan betekent dat ook dat het molaweefsel verdwijnt. In het begin gebeurt dit onderzoek elke week, als de hCG-waarde tot een normale waarde is gedaald elke maand.
Gemiddeld duurt het drie tot vier maanden voordat het bloed weer goed is.
Na een molazwangerschap moet u minimaal een half jaar wachten met een nieuwe zwangerschap.
Nazorg
Vrouwen herstellen meestal snel na een curettage door een molazwangerschap. Waarschijnlijk hebt u nog een tot twee weken wat bloedverlies en bruinige afscheiding. Het is verstandig met seks te wachten tot dit bloedverlies voorbij is.
Veel vrouwen maken na een molazwangerschap een moeilijke tijd door. De mola betekent een teleurstelling en maakt plotseling een einde aan alle plannen en dromen over het verwachte kind.
Na een molazwangerschap is het niet zeker hoe snel al het molaweefsel uit uw lichaam verdwijnt. U mag lange tijd niet opnieuw zwanger worden. Dat maakt de verwerking extra moeilijk.
Complicaties
Na de behandeling van een molazwangerschap verdwijnen de achtergebleven molablaasjes geleidelijk uit de baarmoeder. Soms gebeurt dat niet, of groeien ze zelfs weer aan. U hebt dan een 'persisterende trofoblast'.
Een persisterende trofoblast kan het voorstadium zijn van een kwaadaardige aandoening. U krijgt daarom chemotherapie. De kans op volledige genezing is heel groot.
Een enkele keer breidt de mola zich naar de longen uit. Daardoor kunt u last krijgen van hoesten en kortademigheid. Daarom maakt de arts ter controle altijd een longfoto.
Nieuwe zwangerschap
Na een molazwangerschap moet u een tijd wachten met een nieuwe zwangerschap. Het achtergebleven molaweefsel kan namelijk opnieuw actief worden.
Nadat het zwangerschapshormoon hCG in het bloed normaal is geworden, krijgt u het advies nog een half jaar anticonceptie gebruiken. Na chemotherapie bij een persisterende trofoblast, mag u pas weer zwanger worden als de hCG-waarde in uw bloed minimaal een jaar normaal is.
Na een molazwangerschap hebt u een licht verhoogde kans (1%) op een tweede molazwangerschap. Daarom is het zinvol om bij een volgende zwangerschap vroeg een echo te laten maken om te zien of alles normaal is. Is dat zo dan kunt u voor controle van de zwangerschap bij de verloskundige of de huisarts blijven.
Een doorgemaakte molazwangerschap is geen reden voor een bevalling onder leiding van een gynaecoloog. Wel krijgt u het advies om zes weken na de bevalling het bloed nog een keer te laten controleren op hCG.