Maagkanker
Bij maagkanker zit er een kwaadaardige tumor in de maag. Er zijn verschillende soorten kwaadaardige tumoren van de maag. Het adenocarcinoom komt het vaakst (95%) voor. Een adenocarcinoom ontstaat in het slijmvlies van de maag. De tumor kan vanuit de maag doorgroeien naar andere plekken in het lichaam.
In Nederland krijgen ongeveer 2000 mensen per jaar maagkanker. De ziekte komt vaker voor bij mannen dan bij vrouwen. De meeste mensen met maagkanker zijn ouder dan zestig jaar.
Afdeling(en)
Onderzoek en diagnose
Om uit te zoeken of u maagkanker hebt, vraagt de arts eerst naar uw klachten. Dan volgt een lichamelijk onderzoek.
In het ziekenhuis kan een maag-lever-darmarts verder onderzoek doen, bijvoorbeeld:
- Onderzoek van uw bloed en ontlasting.
- Gastroscopie. De arts kijkt via een buigzame slang in uw maag.
- Röntgenonderzoek van de maag.
Aanvullend onderzoek bij maagkanker
Als de arts vaststelt dat u maagkanker heeft, is er soms aanvullend onderzoek nodig:
- Echografie van de buik.
- CT-scan van de buik.
- PET-scan. De PET-scan kan al in een vroeg stadium eventuele uitzaaiingen aantonen.
- Endo-echografie. Dit is een combinatie van gastroscopie en echografie. U krijgt een endo-echografie als de arts denkt dat de tumor in de buurt van de maagingang zit.
Onderzoeken
Behandelplan
De meeste mensen met maagkanker krijgen een operatie als behandeling. Een operatie kan gericht zijn op genezing (curatieve behandeling). Als u niet meer beter kunt worden, krijgt u een operatie om de klachten te verlichten (palliatieve behandeling).
Afhankelijk van de ligging en grootte van de tumor zijn drie soorten operaties mogelijk:
- De chirurg haalt het bovenste gedeelte van de maag (cardia) en het onderste gedeelte van de slokdarm weg. Het overblijvende deel van de maag maakt zij als een soort buis vast aan de slokdarm. Deze operatie heet cardiaresectie.
- De chirurg haalt het onderste deel van de maag, de maaguitgang en een deel van de twaalfvingerige darm weg. Het overgebleven deel van de maag verbindt zij dan met de dunne darm. Deze ingreep heet distale maagresectie.
- De chirurg verwijdert de hele maag en een deel van de twaalfvingerige darm. Zij verbindt de slokdarm met de dunne darm. Doordat de hele maag is weggehaald, vormen slokdarm en dunne darm na de operatie een doorlopende buis. Deze operatie heet totale maagresectie.
Soms is het nodig ook de milt en een deel van de alvleesklier weg te nemen als de tumor daarin is doorgegroeid. Is de tumor in de lever of dikke darm doorgegroeid, dan haalt de chirurg soms ook een deel van deze organen weg.
Het is mogelijk om zonder maag of slechts met een deel van uw maag te leven. Bestraling en chemotherapie geeft de arts vooral als een operatie niet mogelijk is. Dit noemen wij ook wel palliatieve behandelingen.
Endoprothese bij maagkanker
Soms is het niet mogelijk om een maagtumor weg te halen. Dan kan het gebeuren dat door de tumor het eten slecht 'zakt'. De chirurg plaatst dan een buisje naast de tumor. Het voedsel gaat door dit buisje. Zo'n buisje noemen wij een endoprothese. Een endoprothese geneest de maagkanker niet, maar vermindert de klachten.
Een goed geplaatste endoprothese voelt u niet. U moet wel enkele voorzorgsmaatregelen nemen om te voorkomen dat het buisje verstopt raakt. De belangrijkste maatregelen zijn:
- Drink veel tijdens en na het eten.
- Kauw het eten heel goed.
- Snij voedsel als draderig vlees, asperges, zuurkool, peulvruchten, noten en taugé heel fijn.
- Pers citrusvruchten uit en zeef ze eventueel. Dan krijgt u geen last van de velletjes.
Meer informatie vindt u op de website van Stichting voor Patiënten met Kanker aan het Spijsverteringskanaal, KWF Kankerbestrijding en Integraal Kankercentrum Nederland.