Longkanker
Longkanker is een kwaadaardige vorm van kanker uitgaande van de longen en/of luchtwegen. Longkanker komt voor bij mannen en vrouwen, ook op jongere leeftijd.
In ons ziekenhuis is de zorg voor patiënten met longkanker gestructureerd in een zorgpad. Daardoor kunnen wij u snel helpen, en de tijd tussen onderzoek en behandeling kort houden. Aldoor staat u als patiënt centraal.
Afdeling(en)
Onderzoek en diagnose
De huisarts verwijst u naar ons ziekenhuis als er een afwijking op de longfoto is gezien, waarvoor nader onderzoek is vereist. De kans bestaat dat het om een kwaadaardig gezwel gaat. Om dit te achterhalen, probeert de longarts zo snel mogelijk de diagnose te stellen. Veelal lukt dat binnen 2 weken na uw 1e bezoek aan de polikliniek.
U kunt voor een afspraak bellen naar de polikliniek. Vaak maakt de huisarts voor u een afspraak bij de polikliniek Longgeneeskunde. Ook kan het ziekenhuis u bellen om alvast ook aanvullende onderzoeken met u af te spreken.
Bij het 1e bezoek aan de longarts worden uw klachten doorgenomen en vindt er lichamelijk onderzoek plaats. Op basis hiervan wordt er een vermoedelijke diagnose gesteld. Voor een definitieve diagnose zijn aanvullende onderzoeken nodig. De verpleegkundige vertelt u welke dat zijn. Een deel van deze onderzoeken kan al vooraf aan uw 1e afspraak met de longarts plaatsvinden.
Onderzoeken
Onderzoeken als er verdenking op uitzaaiingen zijn
- CT-scan van verdachte plekken
- PET-scan van het gehele lichaam
- Echografie van verdachte plekken
- Longfunctie. Dit is vooral van belang als er voor u een behandeling gepland is waarbij een deel van de long verwijderd of bestraald gaat worden.
- Botscan
- MRI-scan van verdachte plekken
- Endo-oesofageale echo eventueel met punctie van lymfklieren
- Tijdens een operatie: mediastinoscopie achter het borstbeen. Hierbij wordt een snede boven het borstbeen onderaan de hals gemaakt, waarna een kijker in de ruimte tussen de longen wordt ingebracht om de lymfklieren op uitzaaiingen te onderzoeken.
In het traject staan CT-scan en bronchoscopie centraal. Zonodig wordt er nog een PET-scan verricht. Binnen 1 week na de bronchoscopie mag u een afspraak bij de longarts verwachten voor het bespreken van de uitslagen van de onderzoeken die reeds zijn verricht.
Pathologie
De aard van de tumor wordt vastgesteld door de patholoog met microscopisch onderzoek van celmateriaal of kleine stukjes weefsel uit de tumor. Dit cel- of weefselmateriaal wordt verkregen door: bronchoscopie, (röntgengeleide) punctie/biopsie, endo-echografie (EUS) en thoracoscopie.
Uitslag
De onderzoeken zijn doorgaans binnen 2 weken afgerond. Soms is meer onderzoek nodig. Wanneer de diagnose is gesteld, wordt een behandelplan opgesteld en met u besproken.
Afhankelijk van de te kiezen therapie moet de fitheid van de patiënt worden bepaald. Wanneer u bijvoorbeeld in aanmerking komt voor een operatie dan moet uw longfunctie en eventueel het inspanningsvermogen worden vastgesteld.
Behandelplan
De behandeling is afhankelijk van het type tumor en het stadium van de longkanker. De behandeling kan gericht zijn op genezing, maar kan ook tot doel hebben klachten te voorkomen of te verminderen.
Behandeling niet-kleincellig longcarcinoom
Stadium I en II
Bij het niet-kleincellig longcarcinoom komen stadium I en II in aanmerking voor een operatie.
Stadium IB, II en IIIA
In geval van stadium IB en II en IIIA volgt veelal behandeling met cytostatica (de zogenaamde adjuvante chemotherapie).
Stadium IIIA
Voor stadium IIIA tumoren bestaan verschillende behandelingsmogelijkheden, afhankelijk van plaats en grootte van de longtumor en de omvang van de lymfeklieruitzaaiingen. In de praktijk wordt gekozen voor een combinatie van chemotherapie met radiotherapie. In speciale gevallen kan na een (zeer) effectieve chemotherapie, bevestigd door opnieuw stageringsonderzoek (PET/CT-scan, mediastinoscopie) een operatie volgen.
Stadium IIIB en IV
Stadium IIIB komt vrijwel nooit en stadium IV nooit in aanmerking voor een operatie. Immunotherapie en/of chemotherapie (soms in combinatie met radiotherapie) is de behandeling van keus.
Behandeling kleincellig longcarcinoom
Als deze vorm van longkanker ziekteverschijnselen veroorzaakt, komt de patiënt niet meer in aanmerking voor een chirurgische therapie. Operatie is slechts in zeldzame gevallen mogelijk. Bij een beperkte ziekteomvang komt de patiënt in aanmerking voor chemotherapie, gecombineerd met of gevolgd door radiotherapie of immunotherapie.
Omdat uitzaaiing naar de hersenen zeer frequent optreedt en de hersenen minder toegankelijk blijken voor de cytostatica, volgt na de chemokuren en bestraling van de tumor en uitzaaiing in de borstkas, nog bestraling van de hersenen. Bij een uitgebreid uitzaaiingspatroon is chemotherapie het behandelingsvoorstel, gevolgd door bestraling van de hersenen. Soms wordt de chemotherapie gevolgd door bestraling van de borstkas met een lagere dosis.
Immunotherapie kan ook als behandeling worden ingezet. Immunotherapie zorgt ervoor dat het lichaam tumorcellen herkent en dat het lichaam vervolgens zelf deze cellen gaat opruimen. Het grote voordeel voor de patiënt is dat immunotherapie veel minder bijwerkingen kent dan een chemokuur.
Behandeling borstvlieskanker (Pleuramesothelioom)
Feitelijk bestaan er geen curatieve behandelingsopties. Borstvlieskanker is ongevoelig voor radiotherapie en de uitkomst van soms zeer uitgebreide operaties is ronduit teleurstellend.
In de diagnostische fase is er meestal gepuncteerd, gedraineerd of een thoracoscopie verricht. Langs het traject van de insteekopening kunnen zich mesothelioomcellen hebben genesteld (entmetastasen), die vervolgens uitgroeien tot grote kankeruitzaaiingen. Om dit te verhinderen, wordt de radiotherapeut gevraagd de insteekopeningen (eenmalig) te bestralen. Is de diagnose eenmaal gesteld, dan komt de patiënt in aanmerking voor palliatieve chemotherapie.
Behandelingen
Revalidatie na longkanker
Mogelijk ervaart u beperkingen na longkanker en beperkt de aandoening u in uw dagelijks leven? Medisch specialistische revalidatie bij oncologie kan u helpen om beter met uw klachten om te gaan. Ook wordt uw conditie verbeterd.
Wanneer u als gevolg van de aandoening problemen ervaart op sociaal, psychologisch, lichamelijk vlak of u ervaart problemen bij uw werk. Oncologische revalidatie kan u helpen om beter met uw klachten om te gaan.
Bij een medisch specialistische revalidatiebehandeling krijgt u naast de revalidatiearts te maken met verschillende behandelaren. Afhankelijk van uw behandel- en hulpvragen is het mogelijk dat u onder behandeling komt bij:
- Fysiotherapie
- Ergotherapie
- Logopedie
- Bewegingsagoog/psychomotorisch therapeut
- Medisch maatschappelijk werk
- Medische psychologie
- Diëtetiek
De revalidatiearts kijkt niet alleen naar de aandoening zelf maar kijkt ook naar de gevolgen van de aandoening. Hoe zelfstandig bent u en wat kunt u allemaal nog wel?
De behandelaren werken onder leiding van een revalidatiearts samen in een multidisciplinair team. Het team overlegt regelmatig met elkaar en stemt de verschillende behandelingen die u ondergaat ook op elkaar af. Zo ontvangt u de juiste zorg die u op dat moment nodig heeft.