Dysartrie
Door hersenletsel kunnen de spierkracht en/of de afstemming tussen de spieren verstoord zijn, we spreken dan van een dysartrie. In de meestal wekelijkse behandeling is aandacht voor zowel de spraakstoornissen als voor de functionele (praktische) beperkingen die deze stoornissen geven.
Afdeling(en)
Wat is het?
Een dysartrie is een spraakstoornis als gevolg van hersenletsel. Spreken is gewoonlijk een geautomatiseerde activiteit: de spierkracht en het samenspel tussen de spieren (coördinatie) die betrokken zijn bij de ademhaling, stemgeving en articulatie zijn dusdanig dat we verstaanbaar kunnen spreken zonder dat we er bij na hoeven te denken.
Verschijnselen
Door hersenletsel kunnen de spierkracht en/of de afstemming tussen de spieren verstoord zijn, we spreken dan van een dysartrie. Enkele verschijnselen die kunnen optreden bij een dysartrie zijn:
- Duidelijk spreken gaat minder snel. Wanneer u aan uw vertrouwde spreektempo probeert vast te houden treden versprekingen op, struikelt u over klanken of wordt de articulatie minder nauwkeurig.
- U heeft het gevoel met een ´dikke´ tong te spreken. Bij het articuleren voelen de tongbewegingen logger aan.
- U heeft meer moeite met een of meerdere specifieke klanken of klankcombinaties.
- U spreekt regelmatig te lang door op een adem of moet vaker ademhalen om uw zin af te kunnen maken.
- Roepen en luid spreken kosten veel inspanning.
- De spraak klinkt meer met een neusklank dan voorheen.
- De spraak klinkt monotoner dan voorheen.
- Het spreken wordt bemoeilijkt door een droge mond of juist door te veel speeksel in de mond.
Iemand met een dysartrie moet hierdoor vaak wel nadenken om verstaanbaar te kunnen spreken: het spreektempo, de klemtoon en de intonatie moeten soms bewust worden aangepast.
Onderzoek
Het herstel van de dysartrie is afhankelijk van de ernst en de aard van de dysartrie. Een dysartrie kan in de eerste dagen of weken na een CVA (grotendeels) herstellen. Er zijn ook ziektebeelden van progressieve aard, waar een dysartrie bij kan horen.
Onderzoeken
Als de dysartrie nog maar kort bestaat en nog per dag verandert, wordt al oefenend onderzocht welke beperkingen er zijn. Een uitgebreid onderzoek bestaat uit:
- Onderzoek van de lichaamshouding
- Onderzoek van de ademing in rust en de adem-stemkoppeling bij spreken
- Onderzoek van de spierspanning in het gezicht en de mond
- Onderzoek van de mondmotoriek: de logopedist onderzoekt welke bewegingen kunnen worden uitgevoerd met lippen, tong, wangen, gehemelte, kaken en strottenhoofd
- Onderzoek van het gevoel in en om de mond (sensibiliteit)
- Onderzoek van de articulatie (uitspraak)
De uitgebreidheid van het onderzoek is afhankelijk van de aard van de neurologische aandoening, het moment van onderzoek in relatie tot het ontstaan van de dysartrie en uw belastbaarheid op het moment van onderzoek.
Behandeling
De behandeling van dysartrie kan gericht zijn op advies voor de communicatie. Deze adviezen worden aan de patiënt en de omgeving van de patiënt gegeven. Een belangrijk advies kan zijn om tijdens het spreken geluiden en andere afleidende factoren zoveel mogelijk te beperken. Daarnaast kan de logopedist instructies en oefeningen bespreken die de verstaanbaarheid verbeteren en de stoornis (indien mogelijk) verminderen. Oefeningen kunnen onder andere gericht zijn op het (verlagen, dan wel verhogen van het) spreektempo, het vormen van klanken en het benadrukken van accenten in een woord of zin.