Beroerte (TIA)
Een beroerte is een verzamelnaam voor herseninfarcten en hersenbloedingen. Ruim 80% van een beroerte is een herseninfarct en 20% een hersenbloeding.
Afdeling(en)
Beroerte en TIA
Bij een herseninfarct is een bloedvat in uw hersenen gedurende langere tijd afgesloten, meestal door een bloedprop (stolsel). Doordat er geen bloed in een deel van de hersenen komt, functioneert dat deel van de hersenen niet meer. Meestal treden er verlammingen op, naast andere verschijnselen zoals uitval van de spraak of de gezichtsvelden.
Ieder jaar krijgen in Nederland ongeveer 41.000 mensen voor de eerste keer een beroerte.
Wat is een TIA?
TIA staat voor Transient Ischemic Attack. Vrij vertaald is dit een kortdurende aanval van zuurstoftekort. Een TIA is een voorbijgaande beroerte. Het lijkt misschien niet ernstig, omdat de verschijnselen snel verdwenen zijn. Maar een TIA kan een voorbode zijn van een herseninfarct met blijvende gevolgen. Neem dus een TIA serieus! Tijdige behandeling van de oorzaak van een TIA kan dus soms een ernstige beroerte voorkomen.
Wat is het verschil met een hersenbloeding?
De uitvalverschijnselen van een hersenbloeding en een herseninfarct zijn gelijk. De oorzaak is heel anders. Bij een herseninfarct is een bloedvat verstopt, terwijl de oorzaak van een hersenbloeding een scheurtje in een bloedvat is. Er stroomt dan bloed in of rond de hersenen. Hierdoor wordt het hersenweefsel beschadigd. Bij onderzoek met een CT-scan is het verschil duidelijk te zien.
Oorzaken TIA en herseninfarct
De oorzaken van een TIA en een herseninfarct zijn hetzelfde. De meest voorkomende oorzaken zijn arteriosclerose (aderverkalking) en hartritmestoornissen. Door de aderverkalking kan een ernstige vernauwing optreden van de halsslagader die de hersenen van bloed voorzien. Soms kan tijdige operatie van deze vernauwing een hereninfarct voorkomen.
Bij hartritme stoornissen kan er soms in het hart een stolsel ontstaan. Dit stolsel kan los raken en zo in een slagader in het hoofd terecht komen. Dit komt vooral voor bij mensen met een onregelmatig hartritme (atriumfibrilleren).
Gevolgen
Lichamelijke beperkingen zijn de meest zichtbare en daardoor ook de meest bekende gevolgen van een beroerte. Wat zijn de zichtbare verschijnselen?
Gevolgen beroerte linker hersenhelft
Plotseling kunt u uw arm of been niet meer bewegen. De gevolgen van een beroerte in de linker hersenhelft zijn:
- Verlamming van de rechter lichaamszijde.
- Uitval van het gezichtsveld aan de rechterkant van beide ogen.
- Niet reageren op signalen aan de rechterkant van het lichaam (neglect).
Ook het spraakcentrum bevindt zich in de linker hersenhelft. Bij een beroerte aan de linkerzijde zien we dan ook vaak problemen met:
- Spreken (afasie of dysartrie)
- Het begrijpen van de gesproken taal
- Lezen
- Schrijven
Gevolgen beroerte linker hersenhelft
De gevolgen van een beroerte in de rechter hersenhelft zijn:
- Verlamming van de linker lichaamshelft.
- Uitval van het gezichtsveld aan de linkerkant van beide ogen.
- Niet reageren op signalen aan de linkerkant van het lichaam (neglect).
- Problemen met ruimtelijke waarneming.
Naarmate er meer hersenweefsel beschadigd is kan er meer uitval optreden.
Onderzoek en diagnose
Aan de uitvalsverschijnselen is niet te zien om welke vorm van een beroerte het gaat. Het kan een TIA, herseninfarct of hersenbloeding zijn.
De arts controleert uw ademhaling, hartslag, bloeddruk en lichaamstemperatuur.
Met een CT-scan of een MRI-scan kan de arts zien of u een hersenbloeding of een herseninfarct hebt gehad. Op de scan kan de arts ook zien hoeveel hersenweefsel er is beschadigd.
Onderzoeken
Behandelplan
De behandeling van een beroerte kent een acute fase, revalidatiefase en chronische fase.
Acute fase
Binnen de eerste 4,5 uur na een beroerte, kan oplossen van het bloedstolsel ervoor zorgen dat de schade aan het hersenweefsel beperkt blijft. Deze behandeling (trombolyse) is effectiever naarmate hij sneller wordt gestart. Het is daarom van groot belang dat de patiënt zo snel mogelijk naar de Spoedeisende Hulp wordt gebracht. Het vervolg van de behandeling is op een gespecialiseerde afdeling: de Stroke-unit. Daar wordt meteen gestart met medicijnen om toename en verergering te voorkomen. Bovendien krijgen patiënten intensieve fysiotherapie, en ergotherapie.
Revalidatiefase
Na de acute fase gaat de patiënt revalideren. De revalidatie start zo snel mogelijk na de beroerte. Dit kan thuis gebeuren, maar ook in een verpleeghuis of revalidatiecentrum. Ouderen komen vaker terecht in een verpleeghuis en jongeren in een revalidatiecentrum. Ongeveer 40% van de patiënten komt hier terecht. 20% van de patiënten heeft uiteindelijk blijvende verpleging nodig. Bij de behandeling zijn o.a. revalidatieartsen, fysiotherapeuten, logopedisten, verpleegkundigen, ergotherapeuten, psychologen, de eigen huisarts en het maatschappelijk werk betrokken.
Chronische fase
Vaak zijn er na de revalidatie nog blijvende gevolgen van een beroerte. Helaas kunnen de uitvalverschijnselen soms slecht herstellen. Ook kunnen er problemen zijn met het denk- en reactievermogen en kunnen eenvoudige handelingen nog ingewikkeld zijn (zoals aankleden en eten bereiden). Dit wordt vaak niet goed begrepen door de omgeving en ook voor de patiënt zelf kan dit psychische problemen veroorzaken.
Risicofactoren
Een te hoog cholesterol, hoge bloeddruk, roken en diabetes kunnen het proces van slagaderverkalking versnellen. Behandeling van deze risicofactoren is belangrijk om de kans op een beroerte te verminderen. Deze behandeling bestaat enerzijds uit medicijnen om bijvoorbeeld de bloeddruk of het cholesterol te verlagen. Anderzijds is het zeker zo belangrijk om de levensstijl aan te passen door bijvoorbeeld te stoppen met roken, meer te bewegen en minder te eten. Voor optimale preventie kan het zijn dat de neuroloog u verwijst naar de Heelkunde - vaatpoli.
Afdeling
Autorijden na een beroerte of TIA
Omdat u een beroerte of TIA hebt gehad, vraagt u zich mogelijk af of u nog een voertuig mag besturen. Hieronder staan (in het kort) de regelingen die hiervoor gelden. Voor meer informatie over uw persoonlijke situatie kunt u overleggen met uw arts of het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR).