Anuskanker
Bij anuskanker is er een tumor ontstaan in de anus of in de huid vlak om de anus heen. Anuskanker kan uitzaaien naar andere plaatsen in het lichaam. Bijvoorbeeld in de lymfeklieren in de lies en bekken, lever of in de longen.
In het Deventer Ziekenhuis is de zorg voor anuskanker patiënten gewaarborgd in een zorgpad. We kunnen in korte tijd de onderzoeken verrichten en de behandeling starten. In dit traject is een vertrouwd gezicht belangrijk, daarom zijn de casemanagers uw vaste aanspreekpunt.
Afdeling(en)
Symptomen
Mensen met anuskanker hebben niet altijd klachten. Als er klachten zijn, zijn dit bijvoorbeeld:
- Pijn aan de anus, bij zitten en/of bij poepen;
- Zwlling of knobbeltje aan de anus;
- Jeuk aan de anus;
- Zichtbaar bloed of slijm bij de ontlasting;
- Loze aandran; het gevoel naar de wc te moeten zonder dat er dan iets komt;
- Een verandering in de ontlasting, verstopping of afwisselend verstopping en vaak kleine beetjes diarree;
- Afvallen zonder dat er een reden voor is.
Ook andere ziektes kunnen klachten geven die lijken op anuskanker. Bijvoorbeeld aambeien of een kloofje in de buurt van de anus. Deze aandoeningen komen veel vaker voor dan anuskanker en gaan meestal vanzelf over.
Onderzoek en diagnose
Er zijn verschillende onderzoeken nodig om te kunnen bepalen of er sprake is van anuskanker. En of er uitzaaiingen zijn. Niet alle onderzoeken zijn altijd nodig. De belangrijkste onderzoeken bij anuskanker zijn:
- Een biopsie, de arts neemt een stukje weefsel af en de patholoog onderzoekt of het biopt een aanwijzing is voor kanker.
- MRI-scan om te onderzoeken of er uitzaaiingen zijn in de buurt van de anus en om de tumor zelf goed te kunnen bekijken.
- Echo van de lymfeklieren in de liezen, daar kan eventueel een punctie van genomen worden.
- PET-CT scan om te onderzoeken of er uitzaaiingen op afstand te zien zijn.
Behandeling
Bij anuskanker zijn meerdere behandelingen mogelijk. Het ligt aan de grootte van de tumor, de ernst van de ziekte en de conditie van de patiënt welke behandeling de arts voorstelt. Het is ook mogelijk om af te zien van een behandeling.
- Chemoradiatie bij anuskanker
Als het kan, krijgen mensen met anuskanker chemoradiatie. Chemoradiatie is een combinatie van bestraling en chemotherapie. - Bestraling bij anuskanker
Het doel van de bestraling is om de groei van de tumor te remmen. Bijna altijd wordt de tumor kleiner en soms verdwijnt hij helemaal door de bestraling. Tijdens de behandeling komt de straling uit een bestralingstoestel. De bestraling gaat van buitenaf door de huid heen. De radiotherapeut en radiotherapeutisch laborant bepalen nauwkeurig de hoeveelheid straling en de plek waar de patiënt wordt bestraald. - Operatie bij anuskanker
Soms kan de chirurg een kleine tumor uit de anus verwijderen zonder dat er meer weefsel weggehaald moet worden. Heel soms is een veel uitgebreidere operatie nodig: een abdominoperineale resectie (APR). De chirurg verwijdert dan de anus, een stuk huid om de anus heen en het laatste stuk van de endeldarm. Na de operatie is altijd een stoma nodig. - Chemotherapie
Bij uitgezaaide anuskanker is chemotherapie een mogelijke behandeling. De chemotherapie is bedoeld om de kanker zoveel mogelijk te remmen en de klachten te verminderen. Chemotherapie is een behandeling met medicijnen die kankercellen doden of hun celdeling remmen. Meestal wordt chemotherapie via een infuus in een ader gegeven. Na de behandeling volgt een rustperiode van enkele weken. Zo’n cyclus van behandeling en de rustperiode heet een chemokuur. Een behandeling bestaat meestal uit meerdere chemokuren.
Nazorg
Na de behandeling blijft u onder controle. Er worden afspraken gepland met de behandelend arts. Bij klachten is daar aandacht voor en wordt er eventueel aanvullend onderzoek gedaan. Als de behandeling achter de rug is, begint u eigenlijk pas de ervaringen van de hele periode te verwerken.
Samen met u kijken we of u ondersteuning nodig heeft. Bij het verwerken kunnen verschillende gevoelens naar boven komen. Spanning, bezorgdheid, boosheid, onmacht, verdriet of angst om dood te gaan zijn veel voorkomende emoties. Veel mensen hebben hun eigen manier om hiermee om te gaan. Als hierbij hulp gewenst is, kunnen wij u helpen de juiste hulp te vinden. Soms wordt er gekozen voor een revalidatietraject.
Revalidatie tijdens of na behandeling
Bij een medisch specialistische revalidatiebehandeling krijgt u naast de revalidatiearts te maken met verschillende behandelaren. Afhankelijk van uw behandel- en hulpvragen is het mogelijk dat u onder behandeling komt bij:
- Fysiotherapie
- Ergotherapie
- Logopedie
- Bewegingsagoog/Psychomotorisch therapeut
- Medisch maatschappelijk werk
- Medische psychologie
- Diëtetiek
De revalidatiearts kijkt niet alleen naar de aandoening zelf, maar kijkt ook naar de gevolgen van de aandoening. Hoe zelfstandig bent u en wat kunt u allemaal nog wel?
De behandelaren werken onder leiding van een revalidatiearts samen in een multidisciplinair team. Het team overlegt regelmatig met elkaar en stemt de verschillende behandelingen die u ondergaat ook op elkaar af. Zo ontvangt u de juiste zorg die u op dat moment nodig heeft.