Acute verwardheid (delier)
Acute verwardheid is een plotselinge verandering in het bewustzijn en denkpatroon. Het wordt ook wel delier of delirium genoemd. Deze plotselinge verwardheid wordt veroorzaakt door een ziekte, infectie, operatie of ongeval. Ook het gebruik (of juist plotseling stoppen) van bepaalde medicijnen (zoals morfine) kan een delier veroorzaken.
Afdeling(en)
Onderzoek en diagnose
Een delirium kan bij iedereen voorkomen, maar treft vooral ouderen en ernstig zieke patiënten op de Intensive Care (IC). Patiënten met bijvoorbeeld hersenschade, slechtziendheid, slechthorendheid of een eerder doorgemaakt delirium hebben een verhoogd risico.
Klachten
Meestal heeft de patiënt problemen met het houden van de aandacht, suft geregeld weg (stil delier) of reageert juist op allerlei dingen die in zijn omgeving gebeuren. Iemand kan ook onrustig zijn en bijvoorbeeld aan de lakens of kleding plukken (hyperactief delirium). Deze periodes wisselen elkaar geregeld af, met soms ook goede periodes waarin de patiënt helder en adequaat is.
Vaak ziet of hoort de patiënt dingen die er niet zijn (hallucinaties, zoals beestjes of stemmen). Voor de patiënt zijn die beestjes of stemmen er echt. Ook weet hij niet zo goed meer waar hij is, is niet meer “bij de tijd” en is de grip op zichzelf en zijn omgeving kwijt. Het is moeilijk een gesprek te voeren, hij begrijpt u niet en denkt ergens anders te zijn.
Behandelplan
De beste behandeling is de onderliggende (lichamelijke) oorzaak van de acute verwardheid op te sporen en te behandelen. Als de lichamelijke toestand verbetert, neemt de verwardheid vaak af. Dit hangt af van de ernst van de situatie, leeftijd en conditie van de patiënt. Bij ouderen wordt de geriater of verpleegkundig consulent geriatrie betrokken bij de behandeling. Aan de hand van observatie en een vragenlijst wordt de ernst van het delier en het verloop gevolgd.
Voorkomen van risico's en complicaties
De verdere behandeling is gericht op voorkomen van risico’s en complicaties (bijvoorbeeld vallen, infuus verwijderen) en het creëren van een rustige omgeving (aparte kamer) en regelmaat. Als de patiënt door de verwardheid de behandeling in gevaar brengt kan tijdelijk in bed vastleggen nodig zijn (fixeren). Dit wordt bij voorkeur in overleg gedaan met de contactpersoon. Om verschijnselen als hallucinaties, onrust of achterdocht te verminderen, krijgt de patiënt soms medicijnen.
Wat kunt u doen als u op bezoek komt?
- Vertel regelmatig wie u bent, welke dag het is en hoe laat het is.
- Vertel waar de patiënt zich bevindt en wat er aan de hand is.
- Let erop dat de patiënt zijn bril en/of gehoorapparaat gebruikt.
- Breng foto’s mee die de patiënt herkent of een klok of kalender voor tijdsbesef.
- Beperk het bezoek tot 1 of 2 personen per keer. Voor de patiënt is het prettig om vertrouwde gezichten te zien.
- Spreek rustig in korte zinnen en stel eenvoudige vragen.
- Probeer met uw stem en houding rust en kalmte over te dragen.
- Wanneer de patiënt dingen ziet of hoort die er niet zijn, probeer er dan niet tegenin te gaan. Probeer wel duidelijk te maken dat u het niet ziet of hoort. Als hij dat niet wil aannemen, ga dan niet in discussie, maar laat het zo.
- Als de patiënt erg onrustig of angstig is bestaat de mogelijkheid dat een familielid of bekende bij de patiënt overnacht.
Nazorg
Het kan zijn dat de patiënt een delier zich niet kan herinneren. En als hij zich dit wel herinnert kan er sprake zijn van schaamte of angst dat het nog een keer optreedt of dementie ontstaat. Enkele weken tot maanden na het delirium kunnen geheugen- en concentratieproblemen optreden. Als de patiënt vóór een delier al geheugenproblemen had kunnen deze verslechterd zijn en is het herstel niet volledig.
Iemand die eerder een delier heeft doorgemaakt kan opnieuw verward raken. Meldt een eerder delier altijd bij een nieuwe opname.
Verklein kans op delier
Bij ouderen zijn hersenen ouder en daardoor kwetsbaarder. Een delier komt dan ook vaker voor bij ouderen die worden opgenomen in het ziekenhuis en bij ernstig zieke patiënten. Hoe voorkom je de kans op een delier?
Dagstructuur is van groot belang
- Draag overdag uw kleding en in de nacht uw pyjama.
- Zet uw bril op en doe uw gehoorapparaten in.
- Kom uit bed. Ook als u zich ziek voelt is het toch goed momenten uit bed te komen en op de stoel te zitten of een stukje te lopen. Zoek hierin een balans tussen activiteit en rust. Of bekijk hier een aantal tips.
- Blijf goed eten en drinken. Houdt vaste tijden aan voor de maaltijden. Volg hierbij het advies van de arts, verpleegkundige of diëtiste.
- Eet aan tafel. Eet eventueel samen met uw bezoek.
- Zorg dat u de klok kunt zien dus altijd weet hoe laat het is.
- Zorg voor veel daglicht overdag. Dit maakt ook dat u beter slaapt ‘s nachts.