STZ-status voor ‘complete’ knie

‘Het zegt wel iets over onze drive als vakgroep’, zegt orthopeed Daniëlle Langeloo. ‘We willen onszelf graag blijven ontwikkelen.’ Goed voorbeeld ervan is de operatierobot die het ziekenhuis vorig jaar heeft ingezet waarbij met 3D-techniek knieoperaties nauwkeuriger kunnen worden uitgevoerd. Onderdeel van deze STZ-erkenning was ook het onderzoek van Hans Peter Jongbergen rond de halve knieprothese met een 3D geprinte proeflepel met ingebouwde druksensor. Langeloo: ‘Het mooie van de STZ-registratie is dat we een goed verhaal richting patiënt hebben. Dat we aantoonbaar goed zijn in wat we doen. Intern is het ook een goede motivator om je te blijven vernieuwen.’ Collega orthopeed Stijn Bolink vat het als volgt samen: ‘Een dobberend schip kun je niet bijsturen. Je moet in beweging blijven. Dat geldt ook voor ons als vakgroep. Het laten registreren kost veel tijd en werk, maar laat tegelijkertijd wel de ambitie van onze vakgroep zien.’

Aantrekkelijke werkomgeving

Een van de eisen voor een STZ-registratie is (naast innovatie en patiëntparticipatie) onder meer het uitvoeren van wetenschappelijk onderzoek. Daniëlle: ‘Het dwingt je dus ook middels onderzoek jezelf te blijven ontwikkelen. Misschien komt de patiënt niet speciaal naar ons ziekenhuis vanwege de STZ-status, maar de registratie zorgt er wel voor dat we gedwongen worden ons te blijven ontwikkelen en uiteindelijk profiteert de patiënt daar wel van. Het zorgt ervoor dat onze kwaliteit steeds verder verbetert.’ Daniëlle voegt er nog aan toe dat de status ook een aantrekkende werking heeft op de arbeidsmarkt. ‘Neem die robot. Door zo’n innovatie komen er bijvoorbeeld fellows naar ons ziekenhuis omdat ze het een aantrekkelijke en innovatieve werkomgeving vinden. Zo’n STZ-registratie is goed voor je goodwill in de buitenwereld.’