‘Kwart van patiënten met vermeend hartinfarct hoeft niet naar ziekenhuis’
18 september 2020
Steken. Vage klachten. Te fanatiek gesport. Pijn op de borst. Niet zelden denken mensen met dit soort klachten aan een hartinfarct en bellen de ambulance. In het grootste deel van de gevallen blijkt het loos alarm te zijn en het vervoeren van ‘patiënten’ met de ambulance naar het ziekenhuis onnodig. Met een simpele test in de ambulance kan 25% van deze mensen gewoon thuis blijven. Dat bespaart de zorg naar schatting 30 miljoen euro per jaar.
HEART-score
Ambulancemedewerkers staan vaak voor een lastige keuze. Is er sprake van een hartinfarct of niet? Vaak wordt het zekere voor het onzekere genomen en de patiënt toch voor onderzoek naar de Eerste Hart Hulp gebracht. Daar wordt met onder meer met een HEART-score bepaald wat het risico op een hartinfarct is. De H staat voor history (anamnese), de E voor ECG, de A voor Age (leeftijd) en de R voor risicofactoren (zoals diabetes, roken, hart- en vaatziekten in de familie). De T tenslotte staat voor troponine. De troponinewaarde in het bloed is een bepalende indicator voor het afsterven van hartspiercellen zoals bij een hartinfarct gebeurt. De eerste vier factoren (HEAR) kunnen ter plekke bij de patiënt thuis door de ambulancemedewerker worden bepaald. Maar de T-waarde moest tot voor kort in het laboratorium worden vastgesteld. En dus moest iemand toch naar het ziekenhuis. Sinds een jaar of vijf zijn er zogenaamde point-of-care apparaten op de markt die ter plekke de hoogte van troponine in het bloed kunnen meten.
Veilig thuis
Met het ter plekke meten van de T-waarde kan dus op locatie een complete HEART-score worden vastgesteld. En bij een laag risico volgens die score zou de patiënt niet naar het ziekenhuis hoeven. Er ontbrak echter nog één stukje in de puzzel. Goed onderzoek moest aantonen dat een patiënt daadwerkelijk veilig ter plekke kan worden getrieerd. Het was cardioloog in opleiding in het Deventer Ziekenhuis en Isala Zwolle Dominique van Dongen die dat laatste puzzelstukje legde. Zij toonde aan dat met een complete HEART-score een patiënt op locatie prima kan worden bepaald door de ambulancemedewerkers. Van Dongen: ‘Als vervolgstap op mijn promotieonderzoek hebben we bijvoorbeeld ook daadwerkelijk laagrisico mensen niet naar het ziekenhuis vervoerd en vervolgens gemonitord of het goed met ze ging. De uiteindelijke conclusie van mijn onderzoek is dat in 25 procent van de gevallen vervoer naar het ziekenhuis achterwege had kunnen blijven.’ Dat heeft veel voordelen vertelt Dominique. ‘Je hoeft deze groep laagrisicopatiënten niet te vervoeren, niet extra op de EHH te onderzoeken en je hebt meer tijd voor de acuut zieke patiënten. Bovendien is het zeer kostenefficiënt.’ Van Dongen berekende dat het landelijk 30 miljoen euro aan directe zorgkosten kan besparen als mensen niet naar de EHH hoeven.
Morgen beginnen
Toch wil dat nog niet zeggen dat de troponine-bepaling op locatie – en dus een complete HEART-score - nu direct wordt ingezet als standaard zorg. Dominique: ‘Daarvoor is aanpassing van de landelijke richtlijnen nodig en dat vergt nog nader onderzoek. Je wilt natuurlijk niet dat je ook maar iemand “mist”. Maar dit onderzoek is wel een hele goede indicator dat triëren op locatie prima kan.’ Aan de potentiële patiënt hoeft het volgens Van Dongen niet te liggen. ‘De aanname is dat mensen toch graag op de SEH of EHH onderzocht willen worden. Om zeker te weten dat er niks is. Maar uit mijn onderzoek bleek dat als je het mensen maar goed uitlegt, ze best thuis willen blijven. Dat ze op de SEH of EHH helemaal niet zo veel meer kunnen doen dan een ambulancemedewerker.’ Van Dongen denkt dat het nog wel een paar jaar kan duren voordat triage thuis echt wordt ingevoerd, maar academische ziekenhuizen in Groningen, Leiden en Nijmegen hebben al interesse getoond in vervolgonderzoek om dit tot standaardzorg te maken. Het onderzoek van Van Dongen heeft er alvast de fundamenten voor gelegd.