Deventer Ziekenhuis erkend slaapcentrum
14 april 2021
Slapeloosheid, nachtmerries, snurken, ademhalingsproblemen, restless legs, een biologische klok die van slag is…. Slaapstoornissen zijn er in vele soorten en maten. Sinds kort is de slaappoli van het Deventer ziekenhuis een landelijk erkend slaapcentrum. Dat betekent dat er kwalitatief hoge zorg wordt gegeven in alle facetten van slaapzorg.
Breed spectrum slaaponderzoeken
Al jaren doen we diagnoses en behandelingen in het slaapcentrum van het Deventer Ziekenhuis. De Slaapgeneeskunde Vereniging Nederland (SVNL) heeft nu erkend dat we daar heel goed in zijn. We zijn nu een erkend slaapcentrum en een van de weinigen in de regio met deze specifieke expertise. Neuroloog Mirjam Schipper: ‘Wat we heel goed georganiseerd hebben bijvoorbeeld, is de triage. Als een huisarts doorverwijst kun je voor slaapklachten bij de neuroloog, KNO-arts of longarts terecht. Door goede triage kom je bij ons zo snel mogelijk bij de juiste afdeling. Basis ervan is een uitgebreide vragenlijst die de patiënt moet invullen.’
Van slaapapneu tot insomnie
Het is de expertise van het slaapcentrum om de juiste behandeling bij de diversiteit aan klachten te vinden. Testen in het ziekenhuis kunnen uitwijzen wat de slaapklacht is. Schipper: ‘We doen dat met een gestructureerde vragenlijst, slaaponderzoek tijdens de nacht, dutjes-test overdag, minicomputer om de pols (actigrafie) en soms laboratoriumonderzoek. Mensen die ’s nachts vreemde gedragingen hebben (parasomnie), observeren we in het ziekenhuis.’ Maar wanneer is er sprake van een slaapstoornis? ‘Sommige mensen vinden tien minuten wakker liggen al veel, anderen vinden twee uur woelen voordat de slaap intreedt volstrekt normaal’, schetst neuroloog Mirjam Schipper. ‘Elke “klacht” vergt een aparte diagnose. Maar een slaapstoornis is wel een echte aandoening. Het is geen symptoom.’ Ben je bijvoorbeeld een zwangere vrouw die rusteloze benen heeft, dan kan medicatie zeker helpen. Een andere aandoening die behandeld wordt op de slaappoli, is het obstructief slaap apneu syndroom. Dit kan door middel van CPAP (masker met luchtstroom) of bijvoorbeeld een speciaal op maat gemaakt bitje. Bij patiënten bij wie de ademstops vooral tijdens rugligging optreden, kan een speciale sensor op de rug effectief zijn.
Slaapoefentherapeut
Soms is medicatie de oplossing, veel vaker stuurt Schipper patiënten door naar een slaapoefentherapeut in de regio. ‘We hebben een geweldig netwerk in de regio met slaapoefentherapeuten. Zij kunnen ontspanningsoefeningen geven en uitleggen hoe slaap werkt.’ Maar wanneer moet je nu naar het Slaapcentrum? Wanneer is sprake van een stoornis en wanneer van een tijdje gewoon even minder slapen? Zeven tot negen uur slaap per nacht is nog altijd de norm. Schipper: ‘Mensen die maar vijf uur per nacht slapen komen uiteindelijk vaak in het ziekenhuis. Dan bouw je namelijk een chronisch slaaptekort op.’ Maar de grens tussen acht en vijf uur slaap, wat is genoeg, is lastig vast te stellen. ‘Het is echt hoe mensen dat zelf ervaren.’
Luie pubers
Bijzondere aandacht vraagt Schipper voor slaaptekort bij de jeugd. ‘Zeker in de puberteit zie je dat kinderen opeens niet meer om 23 uur gaan slapen maar pas een paar uren later. Maar ze moeten er wel weer vroeg uit voor school. Als jongeren slecht hun bed uitkomen, roepen we snel dat het luie pubers zijn. Maar ze zijn niet lui, de biologische klok is van slag.’ En de mobiel aan vlak voor het slapen? Schipper: ‘Onderzoeken maken niet duidelijk of het door het licht van de telefoon komt dat mensen slechter slapen. Ik denk eerder dat het bericht dat je leest weer een trigger is die jouw hersenen weer aanzetten, met soms piekeren en malen tot gevolg.’ Kern van slaapproblemen is volgens Schipper, dat een slaapstoornis vaak “slecht functioneren overdag” tot gevolg heeft. Schipper: ‘Het functioneren overdag is voor ons vaak een leidraad in de behandeling.’ De erkenning door de SVNL is voor Schipper belangrijk. ‘Het dwingt je er als centrum toe om je te blijven scholen en je te blijven ontwikkelen. Om zo de patiëntenzorg te blijven verbeteren.’